Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Vijfde hoofdstuk: Langzame opleving (± 1494 - ± 1520)

Pagina 123

… in 1514, 1118, en in de dorpen bovendien 504. Van die 1118 waren er 451 met een kruis geteekend ter aanduiding dat de bewoners niet in staat waren belasting te betalen. De stad telde 1300 armen, die nauwelijks wisten waarvan ze leven moesten.

Er lagen 8 kloosters in de stad, 1 mannen- en 7 vrouwenkloosters. Neemt men nu met Bücher en Pirenne 4 à 5 personen per haardstede aan, dan krijgt men ongeveer 5000 inwoners, de 400 geestelijken medegerekend. 1 Het aantal weerbare mannen bedroeg 117 tegenover 155 in Alkmaar, dat 4200 inwoners telde. De pest die in 1509 en 1515 opnieuw woedde, heeft blijkbaar in Hoorn veel mannen in den bloei van het leven weggerukt. De dijkbreuken hadden veel plattelanders en daaronder betrekkelijk veel armen binnen Hoorn doen vluchten. Ongeveer ¼ deel der inwoners behoorde tot de paupers.

De Informacie bevat een reeks van klachten over de slechte tijden. Terwijl er in 1504 20 of 13 marsschepen uitvoeren, zeilden er in 1514 maar 4 of 5 uit, waarvan nog slechts l/3 deel Hoornsch eigendom was. In 4 jaar hadden de poorters voor 12000 R. g. 2 aan schepen verloren in den strijd tegen de Lübeckers. Toch beteekende de handel op de Oostzee in deze slechte jaren nog wel iets, als men in het Sonttolregister van 1497 vermeld ziet, dat van de 731 passeerende schepen er 487 uit de Bourgondische gewesten kwamen en daarvan

uit




Hoorn
Enkhuizen
Medemblik
Amsterdam
Monnikendam
Edam
25
101
8
74
48
24





 3

 

1 Economist 1913, p. 755. Ook H. E. van Gelder gebruikte hetzelfde vermenigvuldigingscijfer voor Alkmaar. Het getal communianten als grondslag te nemen en met Ramaer de verhouding tusschen dat aantal en de geheele bevolking op 1,39 vast te stellen, is niet aan te bevelen volgens Brünner. Het getal 5400, dat men dan zou krijgen is blijkbaar ook te hoog.
Volgt men diezelfde berekening voor 1477, toen Hoorn 1581 haardsteden telde, dan krijgt men een aantal inwoners van ± 6500, geestelijken inbegrepen.
In 1400 was dit aantal 3500, zoodat in ± 75 jaar een accres van 3000 valt te constateeren of voor elk jaar van 40 personen.
Vergelijkt men daarmee den groei van Gouda van 1390-1417, waar het aantal met 1093 toenam of met 45 p. per jaar, of met Nijmegen, waar de aanwas slechts 14 p. per jaar bedroeg; dan volgt ook hieruit, dat Hoorn in de 15e eeuw een bloeiperiode beleefde. (W. S. Unger, Econ. 1918, p. 475).
2 Velius-Centen, p. 180 geeft 20000 R. g.
3 Het getal duidt aan het aantal keeren, dat er tolgeld betaald is, dus het aantal schepen is in werkelijkheid minder.