… op een landdag de verzekering te geven, dat men zijn dochter na zijn overlijden zou
huldigen. 1 Aanvankelijk werd die belofte vervuld. Hieruit blijkt een verandering in
de partijverhouding: de vroegere bestuurders der stad, in ± 1350 hoofdzakelijk boeren,
waren Kabeljauwen geweest, thans, bij den aanvang van Jacoba's bewind, waren de regeerders, voor een
goed deel veehouders nog en verder vermoedelijk enkele kooplieden, Hoekschgezind. 2
In het in economisch opzicht vrij ongunstige tijdperk der Friesche oorlogen 3 had de welvaart
van Hoorn niet noemenswaard geleden. Naast het boerenbedrijf en de scheepvaart, die aan tal van burgers
brood schonken, was in de 14e eeuw in Hoorn en tal van andere Hollandsche zeeplaatsen de vangst van
haring een belangrijk middel van bestaan geworden. Reeds in 1384 begonnen de Hollanders in de wateren
om Schonen op haring te visschen en huurden daarvoor schuiten in de Hanzesteden, tot dit laatste door
de tusschenkomst van Lübeck onmogelijk werd gemaakt. 4
Naast de
haringvisscherij 5 ontwikkelde zich een belangrijke haringhandel. Vanuit Hoorn en andere
plaatsen werd deze visch versch en gerookt verhandeld, in den eersten staat vooral naar Antwerpen, waar
de bokkingrookerij toen zeer bloeide. 6 Na de uitvinding van het haringhaken door Willem
Beukelsz te Biervliet in 1384 en het breien van het groote net te Hoorn in 1416 konden nog „dit
selve jair de eerste buyssen van Hoorn in zee varen om den haringh te vangen”, meldt
Velius. 7 Spoedig ontwikkelde zich een belangrijke exporthandel. Toen de haringvangst
der Wendische steden op Schonen in de eerste helft der 15e eeuw sterk verminderde, begon men de Hollandsche
haring ook naar het Oostzee gebied en West-Duitschland uit te voeren. 8 …