Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Vijfde hoofdstuk: Langzame opleving (± 1494 - ± 1520)

Pagina 110

… steeds het stadsbestuur ten dienste staan. 1 Hun vrijheid wordt geëerbiedigd in dien zin, dat hun kapitein, die den titel van koning draagt, de eventueel gerezen geschillen mag beslissen en berechten; alleen in geval van doodslag treedt de schout tusschen beiden.

Het aantal schutters bedroeg ongeveer 100, welk getal voorkomt in een verzoek, dat de schutterij tot den hertog richtte om haar de Waag in huur af te staan voor den prijs, dien de stad gewoon was te betalen.

De Waag behoorde met den tol, de accijnzen, den wissel en de maat tot de grafelijke domeinen. De schutters verkregen de Waag in huur voor 67 pd. 2

Behalve de schutters waren alle burgers op straffe van verlies van burgerlijke rechten gedurende een jaar gehouden om met hun wapenen de stad in tijden van gevaar te verdedigen. 3
Soms had de stad garnizoen, waarvoor de poorters het onderhoud hadden te betalen; in 1494 werden 30 personen genoemd, die hun aandeel in de onderhoudskosten nog niet hadden voldaan.

De Hoornsche schutters maakten deel uit van het leger van Karel den Stouten bij de belegering van Neuss in 1475 gelijk met die uit Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht en Delft.

Op zekeren avond, toen Karel, vergezeld van twee ruiters door het kamp reed, hielden de Hoornsche schutters hem aan en daar hij niet dadelijk zijn naam zei, wierpen ze hem van het paard en gaven hem niet eerder de vrijheid terug dan nadat zijn ruiters hem bekend hadden gemaakt.

De schutters vreesden Karels toorn te zien losbreken; de hertog was echter over dit kloekmoedig optreden zóó voldaan, dat hij hun gebood hun tenten op te breken en ze in de onmiddellijke nabijheid van het hertogelijk kwartier weer neer te zetten. 4

Voor het leger van den hertog moest Hoorn volgens het handvest van 1357, twaalf man leveren. In latere jaren werd dit beduidend meer, zoo in 1521, toen het 208 manschappen zond, …

1 Keurboek 1502, art. 219; Pols, Westfriesche stadsrechten II.
2 Ongedateerd 15e eeuw. In 1505 toen Philips de Schoone geld behoefde, ontving hij van Hoorn 2800 pd., aflosbaar tegen den penning 16 (6¼%), waarvoor hij de waag, den tol, het schout- en bodeambacht in onderpand afstond, opbrengende respectievelijk 250, 28, 200 en 56 pond. De stad had daarvoor aan verschillende poorters 150 pd. en aan den kastelein Gheryt Albout 25 pd. lijfrente uit te keeren. (Inv. G. A.: regest, Nos. 1282, 1283, 1285, 1286.
3 Keurboek 1416-'24, art. 27.
4 Velius-Centen, p. 95.