… nobels, 900 schilden. 1 Toch waren nog niet alle oorzaken van wrijving
weggenomen, want Philips herhaalde in 1447 zijn bedreiging van verbeurdverklaring van alle Engelsche
lakens en garens, die in zijn gebied werden ingevoerd. 2 Tevens maakte hij van de
omstandigheden gebruik om zijn inkomsten te stijven door het heffen van tol te Grevelingen (1449).
Daar de zeeweg lang niet veilig bleek, werden de kooplieden genoodzaakt de wol van Calais naar Vlaanderen
te vervoeren over den landweg, die over Grevelingen liep.
Hendrik VI dreigde in 1449 in overeenstemming met de wenschen van zijn parlement den invoer van Bourgondische
waren in zijn landen te verbieden en het vervoer van Engelsche lakens in Hollandsche schepen naar het
Oostzeegebied te verhinderen. Als lokaas deelde hij mee, dat de invoer van Engelsche wol ongetwijfeld
zou geschieden volgens de wenschen der kooplieden en lakenbereiders, mits aan den invoer van Engelsche
lakens geen belemmering in den weg werd gelegd. 3
In 1451 zijn de kaperijen weer in vollen gang. Jan Claesz, poorter te Hoorn klaagde, dat hij benadeeld
was door Engelschen uit „Nyencasteel en Schaerdenborch”. Philips gelastte het stadsbestuur
Jan behulpzaam te zijn om zijn schade te verhalen op Engelschen, die met wol te Hoorn
vertoeven. 4 In 1452 beklaagde William Horlbald van New-Castle zich bij het Hof van
Holland, dat hij door de regeering te Hoorn in arrest was gesteld onder voorwendsel van
zeerooverij. 5
In hetzelfde jaar stond Philips tolvrijheid toe te Grevelingen voor Engelsche wol en vachten, inzonderheid
voor die van Calais, waarmee hij de laken nering steunde. 6
In 1454 beval de hertog de Engelsche goederen in Holland, Zeeland en West-Friesland in beslag te nemen
om daardoor Outgher Aelbrechtsz, schipper op de hulk Sint Jacob en Gade Claesz en andere bevrachters,
allen poorters van Hoorn, die beroofd …