Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Tweede hoofdstuk: Groei (± 1400 - ± 1460)

Pagina 27

… nobels, 900 schilden. 1 Toch waren nog niet alle oorzaken van wrijving weggenomen, want Philips herhaalde in 1447 zijn bedreiging van verbeurdverklaring van alle Engelsche lakens en garens, die in zijn gebied werden ingevoerd. 2 Tevens maakte hij van de omstandigheden gebruik om zijn inkomsten te stijven door het heffen van tol te Grevelingen (1449). Daar de zeeweg lang niet veilig bleek, werden de kooplieden genoodzaakt de wol van Calais naar Vlaanderen te vervoeren over den landweg, die over Grevelingen liep.

Hendrik VI dreigde in 1449 in overeenstemming met de wenschen van zijn parlement den invoer van Bourgondische waren in zijn landen te verbieden en het vervoer van Engelsche lakens in Hollandsche schepen naar het Oostzeegebied te verhinderen. Als lokaas deelde hij mee, dat de invoer van Engelsche wol ongetwijfeld zou geschieden volgens de wenschen der kooplieden en lakenbereiders, mits aan den invoer van Engelsche lakens geen belemmering in den weg werd gelegd. 3

In 1451 zijn de kaperijen weer in vollen gang. Jan Claesz, poorter te Hoorn klaagde, dat hij benadeeld was door Engelschen uit „Nyencasteel en Schaerdenborch”. Philips gelastte het stadsbestuur Jan behulpzaam te zijn om zijn schade te verhalen op Engelschen, die met wol te Hoorn vertoeven. 4 In 1452 beklaagde William Horlbald van New-Castle zich bij het Hof van Holland, dat hij door de regeering te Hoorn in arrest was gesteld onder voorwendsel van zeerooverij. 5

In hetzelfde jaar stond Philips tolvrijheid toe te Grevelingen voor Engelsche wol en vachten, inzonderheid voor die van Calais, waarmee hij de laken nering steunde. 6

In 1454 beval de hertog de Engelsche goederen in Holland, Zeeland en West-Friesland in beslag te nemen om daardoor Outgher Aelbrechtsz, schipper op de hulk Sint Jacob en Gade Claesz en andere bevrachters, allen poorters van Hoorn, die beroofd …

1 Van Marle, p. 19; Inv. G. A.: regest, No. 418.
2 H. J. Smit, Bronnen, Nos. 1311, 1331, 1382.
3 H. J. Smit, Bronnen, No. 1339. Deze tarievenoorlog duurde tot 1466. Dat er weer stagnatie in het vrije verkeer was gekomen, blijkt uit een rekening van den rentmeester-generaal van Holland, Zeeland en West-Friesland in 1450. Daarin worden Amsterdam en Hoorn verzocht gedeputeerden te zenden naar Haarlem om de schade op te geven, die ze door de Engelsche kapers geleden hebben. (H. J. Smit, Bronnen, No. 1355.
4 Poelman, Bronnen II, No. 2023; Inv. G. A.: regest, No. 527.
5 H. J. Smit, Bronnen, No. 1379.
6 Inv. G. A.: regest, No. 544.