Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Vierde hoofdstuk: Verval (± 1477 - ± 1494)

Pagina 74

Al wie naar vrijheid snakte, in wie de oude onafhankelijkheidszucht nog woelde, zooals bij deze afstammelingen der oude West-Friezen, ging de Hoeksche partij uit al zijn macht steun verleenen. Ook de vreemde elementen, die Hoorn onder het scheepsvolk vooral herbergde, en die bij elke verandering op voordeel hoopten. versterkten de actie der rebellen.

De burgerij was in twee groepen verdeeld aan welker hoofd de families Velaer en Banjaert stonden. Dirk Jansz Banjaert organiseerde het verzet in 't geheim, wees zijn medeburgers er op, hoe z.i. in de laatste 10 à 12 jaar de nering was achteruitgegaan, hoe de heeren op het stadhuis het burgerbloed hadden doen vloeien bij het oproer van 1470, beschuldigde de magistraat van het verkwisten der stadsgelden, die gedeeltelijk besteed waren om van hertog Karel het octrooi voor de gehate accijnzen te verwerven en bracht het groot aantal banvonnissen in herinnering. 1 Om zijn macht te vergrooten noodigde hij de boeren van de twaalf tot Hoorn's jurisdictie behoorende dorpen uit naar de stad te komen, waar hij hen in een herberg meedeelde, dat de 2100 Rijnsche guldens, hun door geweld afgeperst, hadden moeten dienen om het octrooi te verkrijgen. De boeren begaven zich daarop naar het stadhuis, waar zij op onstuimige wijze terugbetaling der penningen verlangden.

De heeren ontkenden het hun ten laste gelegde en wisten eindelijk met veel moeite de boeren het stadhuis te doen ruimen. Den schout Velaer werd nu door burgemeesteren en raden gelast het aantal zijner dienaren te vermeerderen, wat olie in het vuur was, te meer, daar er ook een gerucht liep, dat er stads geld besteed was om de benoeming van dien schout bij de regeering te verwerven.

Het volk liep naar de markt en eischte op staanden voet afschaffing der accijnzen. De regeering, overtuigd, dat ze momenteel de zwakste was, mede door onderlinge verdeeldheid, gaf toe en overhandigde het privilege van hertog Karel aan de rebellen, die het perkament verscheurden. 2 Kort daarop was er een dagvaart te Gent, waar Velaer en enkele vrienden door Hoorn werden afgevaardigd. Hij verkreeg van Maria toestemming het schoutambt verder te bekleeden en schreef dit heuglijk nieuws aan zijn partijgenooten.

1 De namen van zijn medestanders: Jacob Bloeshert, Gharbrant Roethaert, Jacob Sloetmaker, Matthijs Baertmakert (barbier), Jacob Gerwe (schipper), wijzen op deelname der kleine burgerij.
2 Velius-Centen, p. 102 e.v.; in 1496 werden de accijnzen opnieuw ingesteld.