Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Vierde hoofdstuk: Verval (± 1477 - ± 1494)

Pagina 85

… van Saksen-Meiszen aan tot algemeen landvoogd m de Nederlanden en vertrok zelf naar Duitschland.

In Hoorn begon de Hoeksche partij, die in 't algemeen beweerde de belangen van Philips den Schoonen tegenover Maximiliaan te willen verdedigen, ook het hoofd weer op te steken. De magistraat zond enkele van haar leden op informatie uit om te vernemen, of er soms ergens een aanval werd voorbereid. Tegelijk noodigde ze den stadhouder uit tot een persoonlijk onderzoek. Juist op den verkiezingsdag, Goeden Vrijdag 1489, verscheen deze. De verzoenende houding, die hij aannam, voorkwam een nieuw oproer. Uit dankbaarheid vereerde het bestuur hem aanzienlijke geschenken. Kort daarop in 1490 werden een aantal Hoornsche families tot den bedelstaf gebracht. Jan van Montfoort bemachtigde Woerden, waar zich op dat oogenblik tal van Hoornsche zakenlui bevonden. Ze werden gevangen genomen en moesten zulk een buitensporig losgeld betalen, dat ze geruïneerd werden, „en sy 't sints om haar stikken mosten gaan”. 1

Voor het terugveroveren van Rotterdam behoefde Hoorn geen soldaten te leveren, maar de stad moest wel garnizoen innemen 2 en bijdragen in de onkosten van den strijd. 3

In de drie jaren, die nu volgden werden de Nederlanden door een woeste guerilla geteisterd. Stad na stad moest voor den onstuimigen aanvoerder bukken. Rotterdam, Montfoort en ten slotte ook Sluis vielen hem in handen. Hoorn, dat sinds 1482 weer door de Kabeljauwsche partij werd bestuurd, was ook een doelwit van de Hoeksche kapers geworden. In 1490 waarschuwde de stadhouder van Egmond, dat van Brederode met de Denen en andere kwaadwilligen was uitgevaren om eenige steden in West-Friesland en Waterland te verrassen en verzocht hij de regeering voor scherpe bewaking zorg te dragen. 4

In hetzelfde jaar regende het einde September zoo overvloedig, dat de koeien toen reeds op stal gezet werden. Door de kou, die hierop volgde, konden de nog te veld staande gewassen niet rijpen, zoodat de oogst mislukte.

In het volgend jaar 1491 trok Jan van Naaldwijk uit Sluis Noordwaarts. Hij verbrandde Wijk aan Zee en lag met zijn vloot …

1 Velius-Centen, p. 149.
2 Enqueste 1494.
3 Inv. G. A.: regest, No. 1076. Van Marle, p. 34 vermeldt nog kwitanties van 1491, 2 Jan. 123½ St.-Andriesg, 7 April 36 pd., 1492, 24 Juli 458 St.-Andriesg.
4 Poelman, Bronnen II, No. 2876; Inv. G. A.: regest, No. 1086.