Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Tweede hoofdstuk: Groei (± 1400 - ± 1460)

Pagina 30

… dubbel zoo duur als in 1488 het hongersnoodjaar. 1 De toestanden werden in 1438 en 1439 door het sluiten van de Sont tijdens den oorlog natuurlijk weinig beter, zoodat armoede en ellende allerwegen toenamen. 2 Door het vergelijk met de Overijselsche steden op de dagvaart te Harderwijk, waar ook Hoorn gedeputeerden zond, werd de korentoevoer uit West-Duitschland verzekerd, al bleef die aanvoer beneden de verwachting.

Ook de pogingen van de regeering graan van de Denen en Ditmarschen te verkrijgen had geen wezenlijk effect door den boerenopstand in dat gebied, maar de graantoevoer werd ook bemoeilijkt door de kaperijen der Hollanders, zoodat neutrale schepen zelfs naar Londen koers zetten, hoewel daar een geringere prijs voor het graan te bedingen was. 3 Ondanks de verkeersbelemmeringen is er nog wel wat koren aangevoerd uit Pruisen en Lijfland.4 In 1440 verleende Philips den bewoners van Ditmarschen voor tien jaar vrijgeleide; 5 pas in 1441 toen de Sont weer geopend werd kwam aan het korengebrek een einde. In den aanvang van 1439 hadden te Brugge onderhandelingen plaats, die mislukten; evenzoo die te St.-Omer in Februari 1440, waar een ontwerp-verdrag was opgesteld, dat een bestand van tien jaar inhield. 6

De hertog poogde inmiddels voortdurend het plunderen van niet-vijandige schepen door de stoutmoedige Westfriesche (Hoornsche) kapers te voorkomen. 7

In den Deenschen rijksraad was in deze jaren verzet uitgebroken tegen koning Erik van Pommeren. Hij vluchtte naar Gotland en zijn neef Christoffel van Beieren werd zijn opvolger. Toen deze vorst een verbond sloot met de Wendische steden zocht …

1 E. Daenell, Blütezeit I, p. 295; P. J. Blok. Een Holl. stad in de middel eeuwen. p. 325.
2 Velius-Centen, p. 54-56; H. R. II, No. 285; E. Daenell, Blütezeit I, p. 295, 321, deelt mee dat het tolregister van Hamburg voor de niet-hansische steden aantoont, dat in de vredesjaren 1436-37 de tol steeg van 780 op 1038 en 1204 pd., terwijl ze in 1438 nog maar 641 en in 1440, 94 pd. (hamburgsche) bedroeg.
3 W. S. Unger. De Holl. graanhandel enz., Economist 1916. p. 342.
In 1438 ontstond door den mislukten oogst eerst, door den oorlog met de Hanzesteden daarna, de hevigste duurte, die de 15e eeuw heeft gekend, een duurte, die pas einde 1440 verminderde. (ibidem. p. 464).
4 Poelman, Bronnen I, Nos. 1366, 1416, 1460.
5 Poelman, Bronnen I, Nos. 1350, 1351, 1353, 1355, 1361, 1362, 1365, 1366, 1417, 1418, 1429.
6 Poelman, Bronnen I, Nos. 1387, 1409.
7 Poelman, Bronnen I, Nos. 1399, 1401, 1403, 1405, 1429.