Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Vierde hoofdstuk: Verval (± 1477 - ± 1494)

Pagina 92

… beroepen is de kennis, die we uit het archief kunnen putten omtrent al die zaken lang niet volledig en moeten we ons dus tevreden stellen met een beeld in vage contouren geschetst, waarbij de kohieren, die uit enkele jaren bewaard zijn gebleven ons nog de beste diensten kunnen bewijzen.

Juist over de jaren na het oproer van 1477 verschaffen enkele vermogenskohieren ons waardevolle gegevens. Zoo is dan allereerst het op blz. 40 in den Inventaris van het gemeente-archief genoemd „Schodtbouck van de burgeren enne ingesetenen der stadt Hoorn ende dorpen 1478 voor de tweede tienjarige beede 1479 tot anno 1489 beyde incluz rutergelt ende 's Graven beede respective”, van belang. Daaruit blijkt, dat er om ons alleen tot Hoorn te bepalen toenmaals in de stad woonden – vier bladen waren onleesbaar gescheurd en versleten en dus is het aantal iets grooter geweest – 618 aangeslagenen, waarvan 112 weduwen en 63 ongehuwde vrouwen, welke getallen een schril licht werpen op de maatregelen, die de overheid nam tot bestraffing der oproerigen van 1470. De ballingen kregen eerst in 1478 verlof van Maximiliaan om terug te keeren. 1

Nemen we een aantal van ± 4 personen per gezin aan, knechts en meiden inbegrepen, dan kan men het aantal inwoners toentertijd op minder dan 3000 stellen, de kloosterlingen er bij gerekend, wat vergeleken met het aantal in ± 1400 achteruitgang aanduidt. 2 Veel huizen moeten hebben leeg gestaan, want de stad telde volgens Ramaer in 1477 1581 haardsteden. 3

Voor elk pond schot, waarvoor men te boek stond, schatte de overheid een vermogen van f 100. 4 Naar dezen maatstaf berekend verkrijgt men het volgende overzichtelijke beeld van het welvaartspeil van Hoorn in die dagen. De geheele aanslag bedroeg 2145 pd.

Klasse.

Aantal
personen.
% van het
aantal gezinnen.
0 — ƒ 100 385 62,6
ƒ 101 — - 200 59 9,5
- 201 — - 400 63 10,2
- 401 — - 600 34 5,5
- 601 — - 800 20 3,2
- 801 — - 1000 12 1,9
1 Inv. G. A.: regest, No. 902.
2 H. S. Unger. Economist 1913, p. 755: H. E. van Gelder, Een Noordhollandsche stad, Bijdr. Vad. Gesch. en Oudheidkunde, 4e reeks, deel 8.
3 Tijdschrift, Aard. Genootschap 1921.
4 Handvest, 1422: Keurboek 1416-'24, art. 91.