Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Vijfde hoofdstuk: Langzame opleving (± 1494 - ± 1520)

Pagina 131

In Zwaech waren van de 714 morgen, 72 m. bezit van de kerk en de armen- en weezenvoogden te Hoorn, 217 m. van wereldlijke Hoornsche poorters, 19 m. van de Kruisbroeders en 22½ m. van de bagijnen aldaar.

Te Hauwert behoorden van de 500 m., 20 à 30 aan Hoornsche poorters.

In Avenhorn van de 100 m., 3 m. aan de bagijnen en 3 m. aan Claes Jansz.

In Berchout lag veel licht land, dat blijkbaar om zijn minderwaardigheid geen eigenaar had.

In Nubixwoude behoorde van de 390 m., 30 m. aan het St.-Catharinaklooster, 16 m. aan het St.-Marieklooster, 17 m. aan St.-Pietersdal en 50 m. aan Hoornsche of Amsterdamsche poorters.

In Woggenom, Wadwey lag veel best land, dat 18-20 nobel 1 per m. kostte en 4 R. g. huur opbracht, terwijl dat te Berchout 18 R. g. waard was en 15 st. aan pacht opbracht.

De landerijen behoorden vaak niet aan den boer, 't Gunstigst was de toestand rondom Hoorn, waar 58 % van het land eigenweer (land door den boer in eigendom bezeten) was. Het land was elders grootendeels in handen van de geestelijkheid en de poorters; slechts zelden was het vorstelijk domein. De geestelijkheid bezat in de dorpen Zwaag, Avenhoorn, Grootebroek, Spanbroek, Opmeer, Bovenkerspel, Hoogkerspel, Midwoud, Schagen en Warmenhuizen heel wat land; in Zwaag 15 %. Hoornsche poorters bezaten 30 % van den ban te Zwaag, waarvan ze bijna niets gebruikten. Geldbelegging was het doel van den aankoop geweest. In Opmeer was 9 % in poorters handen, zonder dat de eigenaars ze persoonlijk in cultuur brachten. Voor den landman had dit poortersbezit tot gevolg, dat de boer-pachter in economische afhankelijkheid gedwongen kon worden zijn goederen in de stad te verkoopen en de waren, die hij noodig had bij den poorter te betrekken. Tal van plattelanders namen dienst op de koopvaardij- en haringvloot, heel wat schepen werden in de dorpen uitgerust. Van de 405 schepen, die in 1497 de Sont passeerden, behoorden 126 in de dorpen benoorden het IJ thuis, in 1503 van de 768, 238. 2

Daar de bevolkingsdichtheid in Holland benoorden het IJ voortdurend toenam werd de dienstneming op de haringvloot …

1 1 nobel = ± 4 R. g.
2 E. G. C. Brünner, De Order op de Buitennering, p. 43, 51, 57; Informacie.