… van den Raad van Holland haar toe te staan de nog aanwezige lakens, reeds vóór
het verbod ingekocht, te mogen uitsnijden en verkoopen. 1 De Raad van Holland wees er op,
dat niet hij maar de Groote Raad in Mechelen het verbod had uitgevaardigd, waarop Hoorn hem verzocht zijn
verzoek bij dien Raad te ondersteunen. 2 Als motief voor het verzoek om dispensatie voerde
Hoorn de groote armoede aan, tengevolge van de zware dijklasten, waardoor de stad genoodzaakt was
geweest veel schamele lieden voor het wantsnijden aan te nemen. 3
Reeds eerder, in 1463, hadden den hertog een reeks klachten van Hoornsche afgevaardigden te Brussel
bereikt.
Toen werd gewag gemaakt van inwoners, die de stad metterwoon verlieten en naar Oost-Friesland en Utrecht
verhuisden, daar de handel onmogelijk was geworden en verschillende schepen waren weggenomen.
Het herstel van den Soutendyck bij Medemblik eischte groote kosten en de stad had groote verliezen
geleden bij den tocht van Willem den Bastaard; wel 12000 Philippusguldens 4 had zij aan
goederen en paarden verloren. 5 Ze kon onmogelijk hulp verleenen, waarschijnlijk bij den
voorgenomen kruistocht tegen de Turken in 1464, waartoe Philips in het laatst van zijn regeering
besloot. 6
De Groote Raad besloot in 1465 als antwoord op het verzoek om vrijstelling van de toegestane bede en
een gift voor het herstel van de dijken den baljuw van den Haag met de timmermeesters van Brabant en
Holland naar Hoorn te zenden ten einde een onderzoek in te stellen. De stedelijke regeering heeft
„de gecommitteerden treffelijk onthaelt en vereert, op hope van een aengenaem rapport”.
Na het vertrek der inspecteurs reisden de vroedschappen Jan Dircxz en Jan Hermansz, benevens de …