Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Tweede hoofdstuk: Groei (± 1400 - ± 1460)

Pagina 51

… het schoutambacht behoorende dorpen. 1 In 1439 gaf Philips de Goede eenige bepalingen voor de bedijking van het Oosterdijkgraafschap van West-Friesland. 2

Soms ressorteerde een deel van een dijk onder twee gemeenten b. v. Hoorn en Schellinkhout. Dat werd dan soms een bron van moeilijkheden, daar de Hoornschen beweerden te veel te betalen voor het gemeenschappelijk onderhoud; secretarissen van Amsterdam beslisten het geschil ten slotte in 1454. 3

De toestand van de dijken is in 1462 zoo slecht, dat Hoorn vrijstelling vraagt van de beden om ze te kunnen herstellen. Het Hof van Holland liet ze inspecteeren – dat het noodig was bleek in 1464 toen er door een hoogen vloed bij Wijdenes een groot gat in den dijk werd geslagen – en stelde de stad in 1465 gedurende drie jaren van de bede vrij. Bovendien schonk de regeering haar 2288 klinkaarts, die ze nog schuldig was. 4 In 1471 stelde een handvest vast, dat de vijftien stuivers, die per ingevoerd vat bier als accijns moesten betaald worden, zou dienen voor het onderhoud van de dijken. 5

Om het vuil uit de stad te kunnen verwijderen was er een opening in den dijk noodig. Daarom gaf de dijkgraaf 6 van West-Friesland in 1443 aan het stadsbestuur verlof een verlaat (kleine schutsluis) te leggen in den Oosterdijk binnen de stad. In 1464 werd deze vergroot. 7

Niet altijd bestond er tusschen den dijkgraaf en het stadsbestuur zulk een goede verstandhouding. In 1439 moest Philips zijn invloed laten gelden om den dijkgraaf recht te laten wedervaren. In een scherpen brief beval hij burgemeester en schepenen zich van het vellen van onrechtvaardige vonnissen te onthouden. 8 In 1445 veroordeelde Philips de stad tot het betalen van 400 …

1 De Vries, Dijk- en Molenbestuur, p. 18. Res. boek 1436.
2 Inv. G. A.: regest, No. 365; Boerg. Charters. p. 50, 15. Van Marle, p. 207, deelt mee, dat de hertog een decreet uitvaardigde, waarbij de inspectie der dijken van Friesland werd geregeld.
3 Inv. G. A.: regest, No. 581; De Vries, Dijk- en Molenbestuur, p. 154.
4 Inv. G. A.: regest, No. 717; klinkaart = gouden munt; philippusschild = 30 gr.
5 Handvest 1471.
6 Sedert 1414 was de kastelein van Medemblik dijkgraaf van Drechterland en de vier Noorderkoggen. Maar in 1503 kreeg Drechterland het recht zelf dien functionnaris te benoemen. Daar vaak onbekwame personen werden aangesteld, trok Karel V de benoeming in 1518 weer aan de landsregeering. (G. de Vries, Az., p. 30).
7 Inv. G. A.: regest, No. 405: Rek. 1464.
8 G. de Vries, Az., Dijk- en Molenbestuur. p. 317.