… gebonden, staan tal van onrechtvaardige vonnissen vermeld, door Banjaert geveld. De schrijver
van dit relaas is echter duidelijk Kabeljauwschgezind en dus niet onpartijdig. Toch blijkt uit de
welwillende houding, die de schout tegenover een zeeroover, een zekeren Harinc aanneemt, dat de belangen
der kooplieden-reeders door hem niet werden behartigd. Dat het verzet ook de landsregeering met haar
ondraaglijke lasten gold, is op te maken uit het valsch verspreide gerucht, dat Maximiliaan de zoon van
een schoenmaker was. 1
Inmiddels waren de gevangenen bevrijd en den oud-regenten, die gevlucht waren, werd toegang verleend,
mits ze beloofden, nimmer meer in de stedelijke regeering een functie te bekleeden.
Hiermee was de rust in de stad echter niet hersteld. De wraakgevoelens, die de menigte tegenover den
vroegeren schout bezielden, waren nog niet bevredigd. Nadat men eerst gepoogd had hem door een valsche
beschuldiging – hij zou een zekeren Hendrik van Bouten 2 hebben willen omkoopen de
stad in brand te steken – voor het gerecht te brengen, betichtte men hem vervolgens van het
aanwenden van stadsgelden voor particuliere doeleinden, wat evenmin succes had. 3 Daarna
verhinderde men in strijd met het accoord, zoo juist gesloten, de teruggave van de gestolen eigendommen
van den schout en ontnam hem nog bovendien alles wat hij in de stad bezat.
In het algemeen kenmerkte zich het optreden der Hoekschen door wraakneming op vroegere regeeringsleden
en daaraan verwante poorters, maar vaak ook toonden ze ruw geweld en brute onrechtvaardigheid tegenover
onschuldigen. 4
Maar ook Velaer van zijn kant was niet van plan in vrede met Hoorn te leven. Nadat op zijn aandrang
eerst verscheidenen van zijn partijgangers, meest rijke lieden, uit de stad gevlucht …