Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Vijfde hoofdstuk: Langzame opleving (± 1494 - ± 1520)

Pagina 122

… door een aantal burgers, naar den Huygendijk tusschen Huygenwaard en den Schermer, en wierp daar een verschansing op om den terugkeer van den vijand te verhinderen. Middelerwijl deed de magistraat de stad door staketsels versterken. 1

Daar de handel stilstond en het Noorderkwartier elk oogenblik door een landing werd bedreigd, trad de regeering doortastend op. Op een dagvaart te Delft werd tot uitrusting van een flink aantal oorlogsvaartuigen besloten ter beveiliging van de Zuiderzee. Hierdoor was die dan ook weldra van zeeschuimers gezuiverd. Doch reeds in het volgende jaar (1518) overviel Groote Pier, ondanks den wapenstilstand tusschen Hollanders en Gelderschen gesloten, met zijn „seynschepen” vreedzame koopvaarders, maakte de lading buit, wierp de Hollandsche zeelieden over boord en eischte van de andere een hoog losgeld. Eind September beraamde hij zelfs een aanslag op Hoorn. Met 25 bodems zeilde hij naar Harderwijk, waar Karel van Gelder vertoefde, en vandaar 's nachts naar Hoorn.

Een deel van zijn volk landde op den Westerdijk en hij maakte zich gereed door de Jan Oomkenssteeg 2 de stad binnen te dringen. Dit gelukte door de waakzaamheid der wachten slechts ten deele, alleen enkele huizen werden geplunderd, maar daarna trokken de roovers haastig af.

Hiermee was de rol van Grooten Pier vrijwel uitgespeeld; teleurgesteld in zijn verwachtingen trok hij zich uit den strijd terug. 3 Toch bleef zijn naam nog zóó geducht, dat Hoorn te Edam een groot, snel varend oorlogsschip liet bouwen, de „Baerdze”, de Baars, waarvan wonderen werden verwacht, maar dat nooit in den krijg is gebruikt. 4

Wel duurde de oorlog met Gelder nog voort, maar het steeds groeiend aanzien van Karel V, die in 1519 keizer van Duitschland werd, deed ten slotte de Friezen het hoofd in den schoot leggen, waardoor de grootste belemmering van de scheepvaart verdween en de handel gelegenheid kreeg de geleden schade te herstellen.

Om nu een beeld te krijgen van Hoorn aan het einde van de Middeleeuwen putten we uit de Informacie van 1514 de volgende gegevens.

Zooals reeds boven vermeld werd, bedroeg het aantal haardsteden …

1 Rek. 1517, „7 st. en 1 oert. voor de landluden van byer en brot, dat sy wrochten an dye festen.”
2 Nu Geldersche steeg geheeten.
8 P. J. Blok, Gesch. van het Ned. Volk I, p. 526.
4 Rek. 1517.