… had het de boete reeds voldaan. 1 Toen spoedig daarop de hertog een kort
bezoek aan de stad bracht, werd hij met nederig huldebetoon ontvangen.
Tijdens zijn verblijf nam hij maatregelen om een nieuw fort te bouwen aan de zeezijde, Zeeburg genaamd;
daartoe gaf hij bevel een molen en enkele huizen af te breken. 2
Na den mislukten aanslag op Hoorn had van Naaldwijk zich, teleurgesteld over den geringen steun der
bevolking, naar Sluis begeven en in den zomer van 1492 trok de hertog daar heen om de stad te vermeesteren.
Ook voor deze expeditie moesten weer belangrijke lasten worden opgebracht.
De stadhouder verzocht Hoorn haar aandeel in de 50000 guldens ruitergeld 3 voor het
beleg van Sluis benoodigd, in handen van den rentmeester-generaal te stellen, daar de hertog bij in
gebreke blijven het beleg van Sluis zou opbreken om de onwillige betalers af te straffen. 4
En bij al deze contributiën voegde zich nog het haardstede- of schoorsteengeld, dat van alle
oproerige West-Friezen en Kennemers werd geheven, benevens de achterstallige beden, die ook al onder
bedreiging van 's Hertogs komst werden afgeperst. 5 Bij dit alles kwamen nog de offers,
die de oorlog met Frankrijk vroeg 6 en de pest, „de Zwarte Dood”, die in
één zomer 1500 menschen deed sterven.
Toen Sluis in October 1492 in handen van den hertog viel en de vrede met Frankrijk te Senlis in Mei
1493 een feit werd, kwam er aan het vijftienjarige onrustige tijdperk een einde, en kon Maximiliaan
met gerustheid het beheer dezer landen aan zijn zoon overdragen, al bleek de economische toestand in
vele gewesten de eerste jaren verre van rooskleurig te zijn. Toen Philips de Schoone, nadat zijn vader
in 1494 keizer was geworden, het bestuur over deze landen aanvaardde, bracht hij geen bezoek aan Hoorn,
maar moest de magistraat zich naar Amsterdam begeven om hem hulde te bewijzen. 7