… winnen werd helaas niet gesteund door dien van den vorst om den vrede te bewaren. Hoewel Philips
de Schoone over het algemeen geroemd wordt als iemand, die de Nederlandsche „koopmansbelangen”
behartigde, heeft hij door zijn begeerte Gelderland onder zijn gezag te brengen in de laatste jaren van
zijn bewind zijn onderdanen schade berokkend. Na den dood van Arnoud van Gelder maakte diens kleinzoon
Karel, gesteund door Lodewijk XI, aanspraak op het hertogdom. Maar Philips de Schoone betwistte hem
dit en zoo brak in 1504 een oorlog met Gelder uit en verbood de hertog allen handel met dat gewest.
1 Daar de Hollandsche kooplieden veel producten naar en van die steden verscheepten,
2 leed de handel belangrijke schade. En deze werd nog vermeerderd door oorlogslasten. In
Hoorn, Enkhuizen en Edam moesten eenige oorlogsschepen worden uitgerust om onder bevel van Pieter van
Leeuwaarden de Zuiderzee op te varen en den vijand daar te bestoken.
De Gelderschen staken op een vloot, met 700 koppen bemand, naar Monnikendam over om dat te verrassen.
Maar de waakzame Hollanders voorkwamen een overval en versloegen den vijand, die 130 gevangenen verloor.
Hoorn nam in 1505 garnizoen in, dat op bevel van den Raad van Holland naar Harderwijk ging, waar het
op kosten van Hoorn vertoefde. 3 In dezelfde periode verrichtte een Hoornsch schip
patrouillediensten op de Zuiderzee. 4
Kort hierna bracht een bestand, dat voor twee jaar werd aangegaan, voorloopig rust. In 1506 zeilde de
hertog naar Spanje om in Castilië, waar Isabella gestorven was, het bewind te aanvaarden. Op dezen
tocht dwong storm hem in Engeland een schuilplaats te zoeken. Hendrik VII nam de gelegenheid waar om
Philips een verslechting van het Intercours van 1496 af te dwingen, het bekende Malus Intercursus,
5 waardoor vele tollen en lasten in de Engelsche havens betaald moesten worden. In 1507 lag
de handel daardoor tijdelijk stil.
Daar onze kooplieden wol uit Schotland en Spanje haalden, bracht een nieuw verdrag tusschen Maximiliaan,
die na Philips' …