Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Tweede hoofdstuk: Groei (± 1400 - ± 1460)

Pagina 24

… hebben. 1 Dit bestand werd later verlengd tot Maart en vervolgens tot December 1437. 2 Onderhandelingen, om de hangende geschillen uit den weg te ruimen, te Deventer gevoerd, brachten geen oplossing door de straffe houding der Wendische steden en daardoor trad de grootmeester van het Orde gebied zelfstandig op en verleende allen onderdanen van hertog Philips een vrijgeleide in Pruisen. Ook Keulen gaf Holland duidelijk te kennen, dat het een neutrale houding ten opzichte van de geschillen wenschte te bewaren. 3

Daar de Hollanders, na den vrede tusschen de Wendische steden en Erik van Pommeren in 1435 gesloten, zich weder energiek beijverden het sedert acht jaar belemmerde verkeer naar de Oostzee tot grooteren bloei te brengen, 4 gelastten de Wendische steden de andere Hanzeaten het verkeer met de Bourgondische landen af te breken. 5 De grootmeester bood tevergeefs zijn bemiddeling aan en toen kon de oorlog niet meer voorkomen worden. (April 1438).

Alvorens den Hanzeoorlog in zijn verloop te schetsen, dienen we de handelsbetrekkingen met Engeland nader te beschouwen. Zooals reeds vermeld werd, had de Engelsche regeering in 1363 Calais tot stapelplaats van den woluitvoer gemaakt en daar in Holland veel laken werd gefabriceerd, 6 was de westvaart aanvankelijk gericht op het vervoer der voor de lakenindustrie zoo noodige grondstof. Naast het Hollandsche laken verscheen hier als concurrent het Engelsche (vaak ongeverfd) 7 en wollen garens. Omdat door die mededinging de Hollandsche fabricage achteruit ging, verbood de hertog al spoedig den invoer van die artikelen. 8

Toen de Bourgondische politiek na het verdrag van Arras in 1435 zich meer naar Frankrijk oriënteerde, werd de verhouding tot Engeland bepaald vijandig, waarvan handel en verkeer weldra de nadeelige gevolgen ondervonden. Calais werd …

l H. R. II. 1 No. 399; Poelman, Bronnen I, No. 1221.
2. H. R. II. 1 No. 525: Poelman: Bronnen I, Nos. 1243, 1282.
3 E. Daenell, Blütezeit I, p. 286: Poelman, Bronnen I, Nos. 1287, 1289, 1294.
4 In de Wendische oorlogsperiode hadden de Hollanders zich van vrachtvaarders in het Baaizout voor de Hanzeaten tot zelfstandige handelaars in dat artikel ontwikkeld. (E. Daenell. Blütezeit I, p. 448).
5 E. Daenell, Blütezeit I, p. 288.
6 E. Daenell, Blütezeit I, p. 268. „Herzog Philip der Gute von Burgund erklärte 1428 dasz die Stadtblüte Hollands vornehmlich auf die Tucherzeugung begründet sei.”
7 H. J. Smit, Bronnen, No. 867, e.v.
8 H. J. Smit, Bronnen, Nos. 1012, 1065.