… dienen genoemd te worden, tot wanhoop gebracht. De regeering, die juist in deze periode
geen verlaging der belastingen kon gedoogen, eischte onverbiddelijk betaling. De stadhouder, Jan van
Egmond, kwam zelfs persoonlijk met een talrijk militair geleide de in zijn oog onwilligen daartoe dwingen.
Nadat er een paar slachtoffers gevallen waren, vluchtte de plattelandsbevolking binnen Hoorn en Alkmaar,
in haar wanhoop te kennen gevende, dat zij onmachtig was tot betaling en zich liever dood vocht tegen
den dwingeland.
Het Hoornsche stadsbestuur vroeg verlichting van lasten en zond twee afgevaardigden Jonker Gerrit Albout
en Lambert Jansz. Cruyff naar den Haag om dit verzoek te ondersteunen. Maar de stadhouder weigerde ze
te ontvangen; op het bericht van deze weigering dreigde er binnen de stad een oproer uit te
breken. 1
In Alkmaar kwam het tot gewelddaden en werd het huis van den rentmeester Mr. Claes Prins, Claes Corf
genoemd, omdat hij door een dienaar daarin de penningen liet verzamelen, doorzocht om hem te vinden.
Toen die poging zonder resultaat bleef, werd de dienaar gedood en het huisraad vernield. Door bemiddeling
van de Haarlemsche magistraat, die den stadhouder bewoog zich terug te trekken, werd het oproer gestild.
Maar van belastingverlaging was geen sprake, integendeel het landsbestuur eischte als een nieuwen last
twee St.-Andriesguldens 1 van elk huis. Nu kwam zelfs aan de lankmoedigheid der Kabeljauwsche,
regeeringsgezinde, besturen een einde en op initiatief van Hoorn verschenen daar afgevaardigden van de
Westfriesche en Kennemer steden en dorpen om stelling te nemen tegen deze afpersing. Behalve …