Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Vierde hoofdstuk: Verval (± 1477 - ± 1494)

Pagina 96

Deze tabellen leeren ons dat het bevolkingsaantal, vergeleken met 1478 weer is gestegen. De ballingen zijn grootendeels teruggekeerd. Van de rijkere Kabeljauwsche poorters, die in 1477 gevlucht waren op aansporing van schout Velaer, zijn een gedeelte teruggekomen. Het bezitlooze deel van de burgerij is in percentage verminderd: 264 van de 918 dus ± 2/7. Op de lijst van de boeten van 1481 bedroeg het bezitlooze deel nog ⅔. Is het ongemotiveerd het vermoeden uit te spreken, dat deze Hoeksche armen van het tumult en de verwarring van den overval in 1482 hebben geprofiteerd en misschien evenzoo van de vendutie door de soldaten in dat jaar voordeel hebben getrokken, zoodat ze tot het peil der kleinbezitters zijn opgeklommen? Deze laatste groep, die in 1478 slechts ¼ van het geheele aantal uitmaakte, was in 1483 tot ½ aangegroeid. De groepen van het middelbezit en den rijkdom zijn in % gedaald, maar het kapitaal is vermeerderd.

Deze poortersopgaven bevatten echter nog tal van andere gegevens. Er blijkt ten duidelijkste uit dat Hoorn, dat we hebben geschetst als een stad, waarin langzamerhand het boerenbedrijf zijn plaats moest inruimen aan handel en industrie, weer een plaats was geworden, waar veeteelt het hoofdmiddel van bestaan en grondbezit kapitaalsbelegging was. 1 Onder de 918 aangeslagenen waren 701 boeren.

Het groote verlies door den handelsstand in 1475 geleden, de na 1477 verhoogde onveiligheid ter zee en te land door de onrust tijdens het regentschap van Maximiliaan, hebben vermoedelijk menig koopman doen besluiten zijn kapitaal in grondbezit vast te leggen, waarbij de omstandigheden hem te hulp kwamen. Vele boeren zullen door den druk der tijden, de sterfte van het vee en de plunderingen van woeste soldatenhorden verarmd, genoodzaakt zijn geweest hun land te gelde te maken. 2 Een deel van hen zal het weer in pacht genomen hebben, maar tal van deze lieden zullen naar het naastbijgelegen Hoorn zijn verhuisd, waar ze mede het aantal kleinbezitters deden stijgen.

Om een denkbeeld te geven van het veeteeltbedrijf in Hoorn in deze en volgende jaren volgt hier een overzicht van de grootte van de gebruikte gronden, hetzij in eigendom, hetzij in pacht.

1 De poortersopgaven noemen ook kooltuinen, vgl. I. H. Gosses. Stadsbezit. in grond en water in de Middeleeuwen. p. 45, 158.
2 Mr. J. C. Naber, Een terugblik in: Bijdr. Stat. Instituut. 1885 (4).