Voor 1503 vinden wij een aantal van 1085 schepen, waarvan 785 uit de Bourgondische gewesten. Daarvan
uit „ „ „ „ „ |
Hoorn Enkhuizen Medemblik Amsterdam Monnikendam Edam |
44 — 11 112 46 48 |
De klachten der Informacie vervolgende lezen we, dat er slechts 3 renteniers en 3
brouwers 1 in de stad huisden.
De scheepsbouw was ongetwijfeld eveneens achteruit gegaan, daar „de Baars”z, het reeds
genoemde oorlogsschip voor Hoorn, in Edam werd gebouwd. 2
Alleen de lakenindustrie is een bedrijf van beteekenis. Worden er gewoonlijk 4000 halve lakenen per
jaar gefabriceerd, in 1514 bedroeg dat aantal 4507. De stad bezat nog 40 getouwen. 3
De bevolking bestond voornamelijk uit kleine burgers, arbeiders en ambachtslieden en weinig kooplieden,
zooals ook nader uit het schotboek van 1518 zal worden aangetoond. In Hoorn „doet zich dus het
merkwaardige geval voor, dat de stad in haar natuurlijke ontwikkeling door scheepvaart naar groothandel
is gestuit en in de jaren voorafgaande aan 1514 zich heeft terugontwikkeld in de richting van een
Middeleeuwsch stadswezen, waar middeleeuwsche industrie overwoog. Maar aanleg en begeerte tot ontwikkeling
ter zee waren aanwezig” 4 en wachtten slechts op gunstiger tijden. De landsregeering
geloofde blijkbaar vast in Hoorns wederopleving, daar ze in 1515 reeds het aandeel van de stad in de
op te brengen bede verhoogde, evenals dat van Amsterdam. 5
Toch krijgt men uit het bewaard gebleven schotboek van 1518 en een „uitvoerige verklaring van
de magistraat aan Commissarissen …