… rechters. Later heeft Hoorn weleens neiging vertoond om deze dorpen als afhankelijk gebied
te beschouwen. In 1501 kocht Hoorn het recht den schout van Schellinkhout en Wijdenes te
benoemen. 1
De polder Floriskoog in de onmiddellijke nabijheid van de stad gelegen had een eigen bestuur, aangewezen
door de drie poorters, die er het meeste land bezaten.
In dezen tijd leefden in Hoorn een zekere „Truydeman en sijn wijf”, bekende philantropen,
wier geschiedenis gedeeltelijk door een geheimzinnig waas is omgeven. Vast staat, dat ze zich bemind
maakten door uitdeeling van brood aan de armen en door geldelijken steun aan de godshuizen; Bij de
uitbreiding van de Groote kerk nam het echtpaar alle kosten van den bouw van den Noordermuur voor zijn
rekening. 2
In 1427 deed Jacoba nogmaals een poging West-Friesland te onderwerpen. Een vloot onder bevel van Willem
van Brederode verscheen bij Wieringen, met welk eiland hij een verdrag poogde te sluiten. Hoorn, dat
een aanval vreesde, verbond zich met Amsterdam en versloeg de vijandelijke scheepsmacht, die overhaast
wegvluchtte. 3
In 1428 kwam de Zoen van Delft tot stand en deed Jacoba afstand van haar gezag over deze
gewesten; 4 in 1433 werd Philips definitief graaf.
Met hem kwam een vorst aan de regeering, die een goed begrip toonde van de handelsbelangen van zijn
onderdanen en die bereid en in staat was, daarvoor krachtig op te treden. Hij was er van overtuigd dat,
„op coopmanscippe de welvaart in Holland geheellijk gefundeert” was. 5 Door
zich bij de kooplieden aan te sluiten en aan hun verlangens te voldoen, heeft hij ongetwijfeld zijn macht
versterkt. Na 1425 is het aantal kooplieden onder schepenen en raden (in Amsterdam) aanmerkelijk grooter
dan voor dat jaar. 6