Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Vijfde hoofdstuk: Langzame opleving (± 1494 - ± 1520)

Pagina 127

 

Ambachten Aantal Aanslag in pd. Gemiddeld in pd.
Hoetmaker
Olyslagher
Corfmaker (mand)
Wagenmaker
Grafmaker
Luytspeler
Snider
Sleper
Veerman
Visker
Loeper (bode)
Besemmaker
Drager
Lyndrayer
Zeylmaker
2
1
3
1
1
1
1
3
1
3
1
1
2
3
1
2
½

½
0
½

½
½

1
½
0
2
1
1
½
½
½
0
½
½
0
½
½
1
½
0

1

Het schotboek geeft dus ± 232 ambachtslieden en neringdoenden op, waarvan de schippers, kooplieden, goudsmeden 1 en organisten de hoogstaangeslagenen waren; een groot aantal ambachtslieden (98) behoorden tot de armere bevolking met een aanslag van ½ of 0 pd.

Het volgend overzicht verschaft een beeld van het welvaartspeil over de geheele stad (het aantal schotponden bedroeg 2125).

Klasse Aantal
Personen
% aantal
gezinnen
Vermogen % van het
vermogen
0 — ƒ 100 725 57,2 ƒ 18000 8,5
ƒ 101 — - 200 193 15,3 - 22000 10,4
201 — - 400 216 17 - 56000 56,3
401 — - 600 60 4,7 - 33000 15,5
601 — - 800 30 2,4 - 22500 10,5
801 — - 1000 15 1,1 - 15000 7
1001 — - 1200 8 0,7 - 9000 4,3
1201 — - 1500 8 0,6 - 11000 5,3
1501 — - 2000 9 0,7 - 16000 7,5
- 06000 4,7
boven ƒ 2000 4 0,3 of in grootere groepen

 

1 Hoorn telde knappe goudsmeden. In 1520 worden de gebroeders Dircxz als zoodanig vermeld, die zelfs voor den koning van Denemarken proeven van bekwaamheid moesten afleggen. (J. J. Doesburg, West-Friesland's hoofdstad. p. 201).