Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Zesde hoofdstuk: Besluit

Pagina 134

Na de overwinning op het trotsche Kastilië in de 16e eeuw, vervulden ze in de daaropvolgende een rol van beteekenis in het economisch en sociale leven der Republiek.

In het midden van de 16e eeuw had Hoorn het welvaartspeil uit den tijd van Karel den Stouten weder bereikt. Ondanks de verliezen, die het leed door den krijg voor de onafhankelijkheid en drie pestepidemieën in 1577, 1586 en 1590, die groote menschenoffers eischten, bleef het zich economisch ontwikkelen; de haven werd vergroot en bij het begin van de 17e eeuw, waarschijnlijk reeds eerder zond het schepen naar Amerika en Oost-Indië. 1 In 1577 en 1578 blijken zelfs Hoornsche schippers in Finland (Abȯ) zout, wijn en laken in te voeren en teer en rogge naar deze landen te exporteeren. 2

De 18e eeuw zag Hoorn's bloei verschrompelen, het daalde tot den rang van een landstadje, waar thans alleen de belangrijke kaasmarkt nog herinnert aan de vroegere handelsgrootheid der stad. Doch wanneer aanstonds de Zuiderzee is drooggelegd, kan Hoorn een centrum-gemeente worden voor de polders, die er ten Zuidoosten van zullen ontstaan. Dan is het mogelijk, dat het voor die streken marktplaats en koopstad tegelijk wordt en wanneer dan ten slotte ook het kanalenplan voor West-Friesland snel wordt uitgevoerd, kan de stad beschikken over gunstige waterwegen, die het ontstaan van industrieën zullen bevorderen, te meer waar ook een spoorwegverbinding met de Z. W. en Z. O. polders via Hoorn ontworpen is. De stad is er als 't ware op voorbereid een grootere rol in de toekomst te spelen.

Ruime straten doorkruisen haar en op het stedelijke uitbreidingsplan zijn industrieterreinen gereserveerd. Wie weet of na een luttel aantal jaren, als de haastige toerist langs de autochaussee naar het Noorden Hoorn passeert of aandoet, zijn oog niet wordt getroffen door dezelfde bedrijvigheid, zijn oog niet wordt geboeid door dezelfde handelsdrukte, die onze voorouders eenmaal in de 17e eeuw daar bewonderden, al is die levendigheid dan ook op 20ste-eeuwsche leest geschoeid! Dan zou diezelfde zee, die eens haar val bewerkte, thans voorgoed bedwongen, de stad ten zegen zijn.

1 E. C. G. Brünner, Handelingen van het Philologencongres, 1922.
2 E. C. G. Brünner, De ontwikkeling van het handelsverkeer van Holland met Oost-Europa tot het einde der 16e eeuw. (Tijdschr. Geschiedenis 1926, p. 307).