Klasse | Aantal Personen |
% aantal gezinnen |
Vermogen | % van het Vermogen |
|||||
Niet-bezit | 0 — | ƒ | 100 | 725 | 57,2 | ƒ | 18000 | 8,5 | |
Klein-bezit | ƒ | 101 — | - | 600 | 469 | 37,0 | - | 111000 | 52,2 |
Middel-bezit | - | 601 — | - | 2000 | 70 | 5,5 | - | 73500 | 34,6 |
Rijkdom | boven ƒ 2000 | 4 | 0,3 | - | 10000 | 4,7 |
Van den geheelen plaatselijken rijkdom was het grootste deel (86,8 %) in handen van het klein-
en middelbezit, dus van de kleine burgerij, neringdoenden en handwerkslieden, te zamen 539 gezinshoofden
en 42,4 % der bevolking. Een vrij aanzienlijk deel van de ambachtslieden behoorde tot de armen,
zooals we zagen; de arme lieden overtreffen de bezittenden in aantal, 57,2 % tegen
42,8 %.
Wat nu den aanwas der bevolking aangaat door recruteering uit den omtrek, door watervloeden en stormrampen,
ook hiervan bevat het schotboek gegevens.
Zoo worden genoemd als plaatsen van herkomst:
Berchout Medemblik Winckel Groesthuysen Groeningen De Leeck Wieringen Wesop Wognum Blocker Venhuysen Campen Edam Monnikendam Schagen Scoenhoven Schaerdam Hoechtwout Zutfen Apcou Hoechecarspel Rustenburg |
8 9 2 4 2 2 2 2 1 2 3 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 |
maal „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ |