Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Derde hoofdstuk: Bloei (± 1460 - ± 1477)

Pagina 67

… is opgemerkt, als Koning af en overwon in den slag bij Barnet, (1471), waar Warwick sneuvelde. Lodewijk XI zag zich nu van alle kanten door zijn vijanden, die de „Ligue du bien public” deden herleven en Karel van Bourgondië als leider erkenden, omringd en bestookt. Maar hij gaf geen kamp. Zijn admiraal Coulon verscheen met een geduchte vloot op de Hollandsche en Zeeuwsche kusten en zaaide schrik en ontsteltenis onder de landbevolking en de zeevarende visschers. Achttien Hollandsche visschersschepen werden vermeesterd en de schippers slechts tegen een hoog rantsoen losgelaten. Van dat oogenblik af stonden de scheepvaart en visscherij stil; niemand dorst meer uit te zeilen (1472).

Het einde van het jaar bracht den wapenstilstand van Senlis. In het voorjaar van 1475, toen het bestand geëindigd was, koos opnieuw een Fransche oorlogsvloot zee.
De Hollanders, die dat jaar nog niet naar het Westen gezeild waren, poogden nu ondanks de gevaren de Baai te bereiken; daar de Oostzeelanden voortdurend zout behoefden en het concurreerende Lüneburgerzout den verkoop van het Baaizout zou kunnen schaden. De Deensche koning, sedert 1448 Christiaan I van Oldenburg, die in 1458 de vroeger verkregen rechten van Hoorn en andere steden in zijn landen had bevestigd, had in 1471 aan de Wendische en andere Oostzeesteden den doorvoer van Baaizout door zijn landen en wateren verboden ten gunste van Lüneburg, omdat het Lüneburgerzout geheel door het door de Hollanders aangevoerde Baaizout dreigde verdrongen te worden. 1

Voor den tocht naar Frankrijk hadden de Amsterdammers vier groote oorlogsschepen bemand, die de gewapende zoutschepen zouden convoyeeren. Hun vloot zeilde met die van Hoorn, Enkhuizen, Edam en Monnikendam in admiraalschap; een van de admiraals was Jacob Claesz van Hoorn; de gezamenlijke scheepsmacht bedroeg tachtig vaartuigen. 2 De heenreis was voorspoedig; daar zij bij elkander bleven, durfde de vijand hen niet bestoken. Maar op de terugreis gelukte het den Franschen tusschen de van elkaar zeilende schepen te geraken en zich op de Vlaamsche kust, ter hoogte van Claesduynen, meester te maken van tachtig schepen, waarvan er dertig aan Hoornsche …

1 Poelman, Bronnen II, No. 2427.
2 Poelman, Bronnen II, No. 2550 geeft de ordonnantie, door de steden gemaakt voor de vaart van de vloot naar de Baai en terug naar de Oostzee. (H. U. B. X, No. 402).