Hieronder volgt iets van het meest vermeldenswaardige hetgeen in Hoorn voorviel gedurende het tijdvak 1850-1932.
1850. Noorderpoort.
Vóór het jaar 1850 bestonden in Hoorn de Noorderpoort, de Koepoort, de Westerpoort en
de Oosterpoort.
De eerste van deze poorten die aan de eischen van het verkeer ten offer viel, was de Noorderpoort.
Deze poort werd in 1850 gesloopt en in de plaats daarvan bouwde men een brug met 2 wachthuizen.
Blijkbaar was deze poort een sta-in-den-weg, want, zoo schreef men toentertijd, de toegang tot de
stad „zoo te reed als te dreef“ werd door de slooping vergemakkelijkt, verbeterd en verfraaid.
St. Jans Gasthuis.
Het thans nog bestaande z.g. St. Jans Gasthuis, staande aan het Kerkplein, was ongeveer tot het jaar
1850 in gebruik als ziekenhuis. Hoewel in dien tijd aan een ziekenhuis geen hooge eischen werden gesteld,
liet de bouwvalligheid van dit gebouwen de ligging daarvan in het midden van de stad verpleging van
zieken binnen zijn muren niet meer toe, waarom voor de verpleging van zieken voorloopig in gebruik
werd genomen het gebouw staande aan de Binnenluiendijk, genaamd "de West-Indische Kamer".
Schilderijen.
In 1850 waren in de Stads Doelen meerdere schilderijen ondergebracht, die noodzakelijk moesten worden
gerestaureerd. Een Amsterdamsche schilder kreeg opdracht tot deze restauratie, waarna de schilderijen
naar het Stadhuis werden overgebracht.
1851.
Het jaar 1851 is in de geschiedenis van de gemeenten een belangrijk jaar, omdat in dit jaar tot stand
kwam de Gemeentewet.
Als uitvloeisel daarvan moest het aantal leden van den Gemeenteraad, dat 19 bedroeg, tot 13 worden
teruggebracht.