Een gevelsteen met een haan, de tekst “In die ro haen”, en het jaartal 1628, het bouwjaar
van het huis. De haan als zinnebeeld heeft altijd, zelfs al bij de Germaanse stammen en de Romeinen,
gegolden als een waker, waarschuwend voor gevaren en in het bijzonder voor vuur en brand.
Het ligt dan ook voor de hand te veronderstellen dat deze haan in verband gebracht kan worden met een
vroegere woning van een brandwacht. De haan is op uithangtekens ook dikwijls uitgebeeld als verwijzing
naar bijbelse betekenissen of geschiedenissen. Zo was er in Amsterdam op de Achterburgwal ook een huis
dat “in de rode Haan” heette.
Hier woonde een “kathechizeermater” die op de luifel van haar huis had laten schrijven:
Mary Gerrits, in de Roô Haan,
Die zayt: Gods woord moet boven aan staan
Een winkelier in de Bloemstraat, eveneens in Amsterdam, had een uithangbord met de volgende tekst:
Doe de Haan begost te kraaijen,
Toen begon Petrus te schraaijen
Aan de andere zijde was te lezen:
De Haan die kraait niet bij geval:
Vraagt Petrus, die 't u zeggen zal