De middelste gevelsteen met de tekst “In de frahchtwage” toont een eenvoudige boerenwagen
die kennelijk ook bedoeld was voor personenvervoer, zonder huif of andere overkapping en getrokken door
een driespan in volle galop. Direct eronder bevond zich een jaartalsteentje met 1612 erop.
Een oudere foto toont achter het woord ‘frahchtwage’ een n, die daar min of meer woekerend
met de ruimte geplaatst was. Deze n is een latere onjuiste toevoeging. Zo te zien hebben we hier te
maken met een open wagen waarin, oordelend aan de hand van de kleding, personen van een zekere welstand
vervoerd werden. Gezien met de ogen van nu wekt de combinatie van een eenvoudige open (boeren-)kar met
de voorname uitstraling van de personen een ietwat komische indruk.
In die tijd stonden de open wagens voor vracht- en personenvervoer als een soort taxidienst op bepaalde
opstelplaatsen of wagenpleinen, bijvoorbeeld bij stadspoorten en grotere logementen of herbergen. Zij
reden wanneer de passagiers maar wilden. Tegen het midden van de zeventiende eeuw werden zij langzamerhand
omgevormd tot overhuifde wagens als voorloper van de postwagens. Pas in 1660 kwamen de officiële
postwagenlijndiensten tot stand. De eerste verbond Amsterdam met Den Haag. De postwagens waren gesloten
wagens met een comfortabelere inrichting. Zij vertrokken op vastgestelde tijden, meestal op halve en/of
hele uren: ‘gelijk met het slaan der klokken’. Het daadwerkelijke vertrek werd ingeluid met
het ‘steken van de posthoorn’. Een vervoersbewijs kon men verkrijgen bij het zogenaamde
post-comptoir, herkenbaar aan een uithangteken met daarop een afbeelding van een posthoorn of postwagen.
West 50 werd in de zeventiende eeuw bewoond door een vrachtrijder, hetgeen mogelijk het verband van de
steen met dit huis vormt. De rechter hoeksteen van het fries van het pand is voorzien van een afbeelding
van een roskam en een gewone kam. Mogelijk is deze steen afkomstig van een voormalige stalhouderij of
smederij elders in de straat. De linker hoeksteen toont een vrouw, misschien een verkoopster, met een
kaas- of broodtrog op een slepersslede. Ook hier geldt, dat de steen wellicht van een ander pand in de
straat afkomstig is. Zie voor een afbeelding van een roskam ook Veemarkt 49.