Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoornse Gevelstenen en andere Huistekens

Gevelstenen in de binnenstad

Nieuwstraat 23

Het jaar 1573 was in staatkundig opzicht voor Holland een belangrijk jaar. Op 11 oktober van dat jaar werd op de Zuiderzee bij Hoorn een Spaanse vloot onder aanvoering van de Spaanse admiraal Bossu verslagen door de watergeuzen en prinsgezinden onder leiding van Cornelis Dircksz. Mede vanwege dit soort successen wierpen diverse steden van Noord-Holland het Spaanse juk af en kozen zij voor een overgang naar de prinsgezinden.
Amsterdam bleef echter nog tot 1578 trouw aan de Spaanse koning Filips II. Als gevolg van deze houding van Amsterdam werden de prinsgezinde noordelijker gelegen steden afgesneden van die in het zuiden van Holland, zodat het niet meer mogelijk bleek samenkomsten van de Staten van Holland bij te wonen. Daarom, en vooral ook op sterk aandringen van prins Willem van Oranje, besloten Medemblik, Enkhuizen, Hoorn, Alkmaar, Purmerend, Edam en Monnickendam, de zeven steden van West-Friesland en Waterland, om dan maar een eigen gewestelijk bestuur te vormen.

 


Medemblik

Edam

 

Nog in hetzelfde jaar (1573) werd het College van Gecommitteerde Raden van West-Friesland en Waterland – ook wel Hollands Noorderkwartier geheten – ingesteld, bestaande uit afgevaardigden van genoemde steden. Dit gewestelijk bestuur kende een grote zelfstandigheid ten opzichte van de Staten van Holland en eindigde zijn bestaan eerst in 1795 (instelling Bataafse Republiek). Hoorn werd aangewezen als vergaderplaats van de Gecommitteerden.

 


Alkmaar

Monnickendam

Volgens de Hoornse geschiedschrijver Theodorus Velius (zeventiende eeuw) kwamen in de periode vóór 1613 de afgevaardigden samen in ‘'t huys daar 't vergulde hoofd uythangt’ – wellicht Grote Noord 104 (zie aldaar). Vanwege de behoefte aan een grotere vergaderruimte en meer verblijfs-, logeer- en gebruikscomfort, en waarschijnlijk niet minder door de wens uitdrukking te geven aan de grotere voornaamheid van de gecommitteerden werd besloten tot het bouwen van een geheel nieuw verblijfs- en vergaderonderkomen, dat al deze wensen zou vervullen. Het resultaat van de bouw van dit onderkomen in de jaren 1613-1618 geldt nog steeds als een van de meest vooraanstaande voorbeelden van de Hollandse renaissance (maniërisme) van ons land.

 


Enkhuizen

Purmerend

 

De vergaderingen werden hier gehouden tot 1633, toen het vergaderinggebouw op de Roode Steen (het huidige Westfries Museum) gereed kwam. Tot 1795 had het gebouw als hoofdfunctie verblijf- en overnachtingsgebouw voor de Gecommitteerden: vandaar de naam Statenlogement. In de gevel is een groot aantal gevelstenen met stadswapens verwerkt. Alle hebben – hoe kan het ook anders – betrekking op de bestuurlijke macht, de leeuwenmaskers op de einden van het onderste fries uitgezonderd. Deze gevelstenen symboliseren ook wel macht, maar dan die van de eigenaar van het bouwwerk dat zich ertussen of erachter bevindt; het zijn als het ware grensstenen. Het onderste fries toont van links naar rechts de wapens van Medemblik, Edam, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Monnickendam en Purmerend. In het bovenste fries is geheel links en rechts een maskaron aangebracht, een voorstelling van een half menselijk en half dierlijk wezen.

 

 

Daartussenin bevinden zich een vrouwen- en een mannenkopje, alsmede drie wapenschilden met een leeg veld. Op de knik van de gevel bovenin het opzetstuk op het fries bevindt zich het zinnebeeld van het hoogste gezag: het wapenschild van de Verenigde Nederlanden, vastgehouden door een leeuw. Eronder ziet men links het wapenschild van Holland en rechts dat van West-Friesland. Op de middenpilaster is onder elkaar “anno” en “1613” te lezen. Het jaar 1613 valt binnen de periode dat prins Maurits stadhouder was (1585-1625). Als hoogste persoonlijke gezagsdrager troont hij op de beide hoogste punten van het gebouw fier uit over Hoorn en het verdere West-Friese land. De wapenschilden van de zeven West-Friese steden en van West-Friesland bevinden zich onder meer ook in de gevel van het Westfries Museum, Roode Steen 1 (zie aldaar).

 

 


Toegangspoort Statenlogement