Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoornse Gevelstenen en andere Huistekens

Gevelstenen in het Westfries Museum

Pagina 196

Een vierkante gevelsteen van zandsteen met een afbeelding van een botervat. De steen is afkomstig van een in 1919 afgebroken huis aan Onder de Boompjes. Zie ook Italiaanse Zeedijk 81.

 

Een gevelsteen waarop de kop van de roemruchte Platte Tijs bijna ruimtelijk is weergegeven. Naar het schijnt kent iedere streek van het land wel een of andere historische figuur die een hoofdrol speelt in allerlei overleveringen over dievenen boevenbenden. Vaak gaan die sterk legendarisch getinte verhalen vertekend de geschiedenis in, meer of minder opgesmukt met tot de verbeelding sprekende en aan de fantasie ontsproten feiten.

In onze contreien spelen die verhalen zich af rond Platte Tijs. Wellicht waren er zelfs meer figuren die hier hun strooptochten hielden en in de volksmond met de bijnaam Platte Tijs werden getooid. Het woord ‘plat’ is in dit geval het verouderde woord voor sluw of listig, en heeft niets te maken met het gegeven dat zijn neus tijdens zijn gevangenneming door een zwaardhouw zou zijn afgeslagen, zoals sommigen menen. Evenmin is dit de reden dat het volk hem de naam Platte Tijs gaf. Die vermeende zwaardhouw zou overigens ook verklaren waarom op de gevelsteen de neus voor het grootste gedeelte niet (meer) aanwezig is.

De plaats van de neus toont een onregelmatig breukvlak. Waarschijnlijker is dat de neus gewoon afgebroken is bij – bijvoorbeeld – een verplaatsing van de steen, wellicht gedurende de nogal achteloze behandeling die hem jarenlang ten deel gevallen is tijdens opslag in een hoekje achteraf van de binnentuin van het Statenlogement. Naar het schijnt heeft het stadsbestuur de onderhavige steen laten maken en vervolgens laten aanbrengen in de gevel van de (oude) Oosterpoort, bij wijze van waarschuwing voor het uiteindelijke lot van lieden als Platte Tijs. Prenten van de oude Oosterpoort tonen aan de stadszijde inderdaad een steen met een nogal woest uitziend mannelijk gezicht. Of het gezicht toen getooid werd door een – al dan niet platte – neus is echter niet te zien.
Zie verder Bijlage 28.

 

Bijlage 28 (oude Oosterpoort)

Gevoelsmatig is de naam Platte Tijs heel toepasselijk voor het wereldje van boeven- en schurkenactiviteiten. Zoals reeds aangegeven lijkt het erop dat er zelfs meer Platte Tijsen zijn geweest. Volgens een inwoner van Broek in Waterland was er sprake van een dief met die naam in de Purmer. In De Rijp meende men, dat hij ‘niet ver van het dorp’ woonde. In Medemblik zou een Zwarte Tijs tijdens het dobbelen dood ineengezakt zijn na zijn duivelsworp (13), doordat er een stuk van een van de stenen afgesprongen was. Een overlevering in de Beemster verhaalt over een boerenknecht die tijdens de nacht op rooftocht uitging. Deze schijnt eind zeventiende/begin achttiende eeuw te hebben geleefd. De enige schriftelijke bron over (een) Platte Tijs is de “Naamslijst van alle Personen, die binnen Amsterdam door beulshanden zyn ter dood gebragt – sedert het Jaar 1693 tot 1746 ingesloten” van 1748: “Een zekere Matthys Willemsen, alias Platte Tys, oud 22 jaar, over het opbreeken van schepen, gehangen, doch begraven”.

Tevens wordt gewag gemaakt van een gauwdief en rover Matthijs die ook Platte Tijs werd genoemd en boerenknecht was in de Beemster. Dit zou de Hoornse Platte Tijs zijn geweest. De vraag is of hij dezelfde was als de hierboven genoemde boerenknecht. Met een aantal handlangers stroopte hij 's nachts de omgeving af, en dit – in tegenstelling tot wat sommigen denken – zonder de intentie een Robin Hood-achtige rol te spelen. Geen enkele bron wijst erop dat hij een dergelijke instelling koesterde. Integendeel, hij was een ordinaire boef.

Dat duurde totdat hij gegrepen werd – met behoud van zijn neus – en opgesloten in het gevangenenkot in de in 1818 gesloopte oude Oosterpoort. Dit zou omstreeks het jaar 1700 zijn geweest. Volgens de overlevering zou hij tijdens een uitbraakpoging op heterdaad betrapt zijn op het uiteenwerken van de tralies. Een andere versie spreekt van een poging tot het maken van een gat in de (zeer dikke!) muur van de stadspoort. Dit lijkt twijfelachtig wegens de daarvoor vereiste bovenmenselijke kracht. Hoe dan ook: zijn uitbraakpoging leidde tot zijn dood aan de galg. In het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw liet een Hoornse linkse politieke partij zich nog inspireren door zijn naam (de partij noemde zich Platte Thijs) en zijn vermeende Robin Hood-achtige gedrag, dat paste bij haar politieke boodschap.
Het is mogelijk dat ook deze partij er spoedig achter kwam dat het niet bepaald een Robin Hood-achtige drijfveer was die de historische Platte Tijsen bewoog, aangezien haar naamgeving al na een jaar of drie veranderd werd in Progressief Hoorn oftewel PROHO.