III. In een derde categorie zijn de industriële bedrijven, bijeen genomen. Deze
bedrijven staan als regel niet in direct contact met de consument. Naar dit criterium is voor hun
vestiging binnen een stad geen richtlijn aan te geven. Voor de plaats van vestiging binnen de
agglomeratie wordt afgegaan op de aanwezigheid van voor de aanvoer van grondstoffen en voor de
afvoer van de eindprodukten gunstig gelegen terreinen.
Tot deze groep zijn gerekend de in Hoorn gevestigde sigarenfabrieken, grote drukkerijen,
corsetten- en houtwarenfabrieken, brood-, koek-, ijs- en limonadefabrieken, bierbrouwerijen,
stokerijen van gedistilleerd, wasserijen en strijkinrichtingen, vleeswarenfabrieken, borstel- en
metaalwarenfabrieken, fabrieken van dessertwerken en bonbons.
IV. Voorts wordt het van belang geacht de handels- en verkeersbedrijven, (geen werkplaatsen)
onder te brengen in een afzonderlijke categorie.
Deze bedrijven hebben evenals de industriële veelal geen intensief contact met cliënten van
node. Voor hun huisvesting behelpen zij zich veelal met minder kostbare gronden, welke evenwel zo dicht
mogelijk bij de verkeersknooppunten moeten zijn gelegen. Als bedrijfsruimte hebben ze veelal een
pakhuis nodig. Hierbij zijn ondergebracht: grossierderij, groothandel, kaasexport, fourage-,
kunstmest-, huiden-, wol- en meelhandel, coöperatieve aankoopverenigingen, olie- en benzine-import,
zuivel- en margarinehandel, aardappelen-, groenten- en fruit- en veehandel en garages,
taxibedrijven.
Tenslotte heeft het zin in afzonderlijke groepen onder te brengen de opslagbedrijven en de
sociale en culturele voorzieningen.
V. Onder de opslagbedrijven worden gerekeqd de bedrijven, welke naar hun aard een
aanzienlijke oppervlakte terrein nodig hebben. Voor goede aan- en afvoermogelijkheden vooral te
water en per spoor hebben deze ondernemingen grote belangsteIling, minder echter voor hun
behuizing. Hieronder zijn gerangschikt: brandstoffen-, lompen- en metalenhandel, autosloperijen,
aannemersbedrijven, grondborings,- en brongasbedrijven, handel in hout en in bonwmaterialen,
steenhouwerijen, gemeentewerken, gemeentereiniging, gasfabriek, P.E.N., P.W.N. en het
stationsemplacement.
VI. Tot de sociale en culturele voorzieningen zijn gerekend: scholen, arbeidsbureau,
tehuizen voor ouden van dagen, 't wit-gele kruis, brandweer, ziekenhuizen, consultatiebureaus,
sociale zaken, strafgevangenis, kantongerecht, politiebureau, museum, postkantoor, kerken,
gemeentehuis, proefstation, rijkswerkinrichtingen, kamer van koophandel, havenkantoor, bioscopen
en sohouwburg, hotels en het slachthuis.
Teneinde een overzichtelijk kleurenbeeld te verkrijgen is van de winkels en van de werkplaatsen
alleen het straatbeeld gegeven. De door deze bedrijven in beslag genomen oppervlakte is in dit
verband niet zo belangrijk. Voor de overige groepen werd het weergeven van de in gebruik zijnde
ruimte wel van belang geacht.