Tabel 1: Inwonertallen van Hoorn en van Midden en Oostelijk Westfriesland 1800-1950 (C.B.S.)
Jaar |
inwonertal Hoorn |
inwonertal Midden en Oostelijk Westfriesland |
||
abs. | indexcijfer | abs. | indexcijfer | |
18091) 1829 1839 1849 1859 1869 1879 1889 1899 1909 1920 1930 1940 1950 |
8193 7418 8668 8079 9247 9381 10200 11033 10714 11016 11492 12049 12988 14787 |
110 100 117 109 125 126 138 149 144 149 155 162 175 199 |
34546 37609 40700 42541 47064 50714 54269 56419 56743 60024 66657 74338 79298 89263 |
92 100 108 113 125 135 144 150 151 160 177 198 211 237 |
Het is de vooruitgang in de landbouw (veehouderij) in Westfriesland, welke het herstel van
Hoorn in de 19e eeuw mogelijk maakt. Het is ook de grote landbouwcrisis in het laatste kwart dier
eeuw, welke aan deze opbloei van de stad een einde maakt. Immers de overwinning van de
landbouwcrisis in het verzorgingsgebied neemt de vorm aan van een snelle ontwikkeling van de
tuinbouw, tevoren een neventype van bedrijf, thans hoofdmiddel van bestaan, dank zij de aansluiting
van Hoorn en van het omringende platteland op het spoorwegnet (sinds 1884/5), later ook op het
moderne wegennet.
Deze overschakeling in het verzorgingsgebied betekent voor Hoorn functieverlies. De veehouderij
neemt af en de zuivelprodukten worden meer en meer langs andere wegen afgezet dan vroeger. Daardoor
vermindert de betekenis van de vee- en zuivelmarkten te Hoorn en van de op die markten steunende
handel. Weliswaar brengt de tuinbouw nieuwe afzetorganisaties voort (de veilingen), maar deze komen
tot stand temidden van de produktiegebieden, dat wil zeggen op het platteland, buiten Hoorn.
1) Ontleend aan bijlage I van het Rapport der Provinciale Commissie ter bestudering van de gemeentelijke indeling van Noordholland I. blz. 322 e.v.