Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

De ontwikkeling van de vrijheid en de stedelijke jurisdictie van Hoorn (12/25)

Dank zij deze verbetering, die in 1341 werd aangebracht, werd Hoorn overslaghaven of stapelplaats, niet alleen voor het Westfriese achterland en Kennemerland, maar ook voor langs de binnenwateren bereikbare zuidelijke handelscentra.

Handel en scheepvaart brachten de inwoners van Hoorn in contact met gebruiken, rechten en ordeningen, welke in de eigen plaats niet gangbaar waren en, hoewel van belang voor de bevordering van het economische leven, toch niet zonder meer door het eigen bestuur konden worden ingevoerd. Na de onderwerping door de graven van Holland brachten deze, te beginnen met Jan I, de Westfriezen een landrecht, dat kennelijk geïnspireerd was door het Kennemer landrecht, waaruit meerdere passages letterlijk waren overgenomen. Het bleek echter maar matig te voldoen, hetgeen voor de Westfriezen aanleiding was om te trachten het volledige Kennemer recht te verkrijgen. Dit werd in 1310 toegestaan. Evenwel, het correspondeerde niet op de oorspronkelijke Westfriese toestanden en daarom bracht ook dit niet, hetgeen zij er van hadden verhoopt. Het was bovendien geen behoorlijk systematisch opgebouwd wetboek, maar een compilatie van bepalingen. Het al of niet goed functioneren hing te veel af van de ambtenaren, die met de uitvoering waren belast. Dat deze hiervan misbruik maakten, bewijzen de klachten over baljuwen, dijkgraven, rentmeesters, schouten en boden, mannen die daar hun bewind voerden op grond van heerlijke aanstellingen. Volledige verbetering heeft ook niet gebracht een onderzoek, dat in 1319 werd ingesteld, al werd dit ook voor keizerin Margaretha aanleiding om o.m. de bevoegdheid van de baljuwen te beperken ten gunste van de plaatselijke besturen.

Volledige voldoening kon slechts worden verkregen door toekenning van het poortrecht, gelijk dat in 1289 aan Medemblik was verleend. Daarvoor was evenwel de medewerking nodig van de heer van West-Friesland. Een gunstige sfeer om dit te verkrijgen werd geschapen door het conflict, waarin Willem V zich tegen zijn moeder, keizerin Margaretha, wikkelde. Ten einde de steun aan geld en manschappen te verkrijgen, waaraan hij dringend behoefte had, deelde hij kwistig privilegiën en voorrechten uit. Hierdoor aangemoedigd stelden Enkhuizen en Hoorn een poging in het werk, ook poort recht te bemachtigen. Beider poging werd met succes bekroond. Hoorn verkreeg het tegen betaling van 1550 schilden 1).

1) Hoorn, St. Arch. Inv. Gonnet. R. nr 17.