Eerder verschenen in West-Frieslands Oud en Nieuw, 24e bundel, pagina 5-33.
Uitgave: Historisch Genootschap "Oud West-Friesland", 1957.
In zijn Westfriesche Stadrechten, een werk dat iedereen zal
raadplegen, die zich wil verdiepen in geschiedenis en wezen van het
Westfriese stadrecht, schrijft Mr. M. S. Pols, na te hebben medegedeeld, dat aan Hoorn eenvoudig
de handvest van Medemblik met enkele toevoegselen werd verleend: "De ban van Hoorn wordt in de
handvest omschreven als niet veel meer bevattende dan de bebouwde kom der plaats. Daar Hoorn geen
oorspronkelijk dorp was, maar in de laatste halve eeuw als handelsplaats was verrezen in den ban
van een ander dorp, vermoedelijk Zwaag, laat zich dit verklaren" 1).
Hoeveel gezag wij overigens ook toekennen aan Pols - en het is daarom, dat wij zijn werk tot
uitgangspunt nemen voor onze beschouwingen - zo kunnen wij deze passage toch niet zonder meer aanvaarden.
Verwarrend werkt, dat hij in de eerste zin het woord "ban" gebruikt, waar "vrijheid" op zijn
plaats zou zijn geweest. Immers in de charters, waarbij stad rechten werden toegekend, werd het
gebied, waarbinnen deze rechten zouden gelden, nader
omschreven. En dan blijkt uit analoge gevallen, dat hieronder als regel viel, hetgeen men als
"bebouwde kom" beschouwde. Was dit een lang gerekte strook - wij zullen dit straks zien in
het geval Zwaag - dan werd de vrijheid verleend voor die strook met
een begrenzing van bijv. vijftig roeden aan elke zijde. De grond, welke buiten die vrijheid lag,
viel wel onder de jurisdictie van het bestuur van die plaats, maar in geval daar een verspreide
bewoning voorkwam - hetgeen bijv. in Grootebroek het geval was - dan bezaten die bewoners geen
poortrecht, maar werden "uutpoorters" genoemd. Zo was het ook in Hoorn. Latere
uitbreidingen van de vrijheid der stad geschiedden niet ten koste van bijv. Zwaag. Daarom
moet er aanvankelijk ten noorden van de vrijheid van Hoorn nog een gebied hebben gelegen,
waarvoor geen poortrecht was verleend, maar dat wel viel onder de jurisdictie van het
stadsbestuur. De vrijheid van Hoorn omvatte dus aanvankelijk zeker niet het gehele gebied van de
banne Hoorn.
1) Mr. M. S. Pols, Westfriesche Stadrechten. I. 's-Gravenhage 1888. p.xvii.