Hij werd beroofd van al zijn handelswaar ten bedrage van 300 £ en gedurende drie en twintig
weken gevangen gehouden 1). Zes jaar later, in 1309, pleit Juvenem de Meo de Horne
als afgevaardigde van Drechterland bij de bisschop van Utrecht om clemente vredesvoorwaarden voor
de verslagen Westfriezen 2).
Nog weer twee jaar later betaalt Drebaan Haghen uit Horne enige boete aan de grafelijke rentmeester,
omdat hij in hoger beroep in het ongelijk is gesteld 3). Tenslotte is er een akte
uit het eigen jaar, waarin de stichting van Hoorn door Velius is gesteld, n.l. 1316. De rechters
en de gemeente van Hoorn, judices et universi in Horne, sluiten een overeenkomst met raad en
inwoners van Harderwijk 4).
Op grond van deze gegevens mogen wij veilig aannemen, dat Hoorn in 1316 reeds lang een zelfstandig
bestaan leidde en waardevolle handelsbetrekkingen met binnen- en buitenland onderhield.
Bezien wij thans de tweede stelling, n.l. dat Hoorn is ontstaan in de ban van een ander dorp,
vermoedelijk Zwaag.
Dit is herhaaldelijk beweerd. Pols bezat zoveel gezag, dat een Van Marle 5) en
doctorandi als Koster 6) en Van Dierendonk 7) zijn mededeling
zonder meer hebben overgenomen. Dat de bewoners van Zwaag dit naar voren brachten, toen zij in
1505, wit-heet, voor het Hof te Mechelen van Hoorn hun rechten opeisten, zal niet verwonderen.
Evenwel, evenals alle anderen hebben de Zwaagers verzuimd hun bewering met bewijzen te staven.
Gevolg is, dat wij voor de beoordeling van de juistheid der stelling zijn aangewezen op de
geschiedenis van de ontwikkeling van Hoorn. Het is niet veel, wat wij daarvan weten, maar een
paar aanwijzingen zijn er toch wel.
Uit het verhaal van Velius zou men inderdaad kunnen opmaken, dat de eerste bewoners van Hoorn
zich hebben gevestigd in de rechts ban van een ander dorp, maar wij zagen dat Hoorn veel vroeger
heeft bestaan.
1) J. J. de Smet, Mémoire sur la guerre de Zélande (1303-1305), in Nouveaux
Mémoires de l'académie royale des sciences et belles-lettres de Bruxelles. 18 (1845) p.39.
2) F. v. Mieris, a.w. II, p. 82.
3) Den Haag, Algem. R. A. Grafelijkheidsrekenkamer. Inv. II nr. 4058.
4) P. L. Muller, Regesta Hannonensia. 's-Gravenhage 1901. p. 62.
5) R. v. Marle, Hoorn au moyen-age. Den Haag 1910. p. 5. "Fondée dans le ban de Zwaag,
sur la coté occidentale du Zuiderzee, Hoorn devint ville au moment ou die s'en sépara et ou son
importance grandissante fit d'ellemême un centre".
6) P. Koster, a.w. p. 4. "Een marktplaats voor dergelijke waren (nl. Hoorn) groeide al
spoedig in de ban van het dorp Zwaag."
7) J. E. v. Dierendonck, Hoorn van Zee- tot, Landstad. Hoorn 1948. p. 1.