Laatste rustplaats: Eerebegraafplaats Bloemendaal (oorlogsgraf)
Willem Pommerel werkte als inspecteur bij het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf van
Noord-Holland . Als OD'er en BS-lid was hij zeer actief betrokken bij het toegankelijk
maken van niet af te luisteren telefoonverbindingen voor het verzet. Daaraan was grote
behoefte, aangezien bij het Rijkstelefoonnet door de bezetter kon worden afgeluisterd;
daar waren een Duitse Einsatzleiter en Duitse telefonisten aanwezig en ook nog enkele 'foute'
Nederlanders. Het clandestiene telefoonnet, waarvoor aanvankelijk vooral de 'binnenlijnen'
van het PEN werden gebruikt, maar later ook andere kabels/luchtlijnen en - toen begin
1945 de levering van elektriciteit wegviel - PEN-inductorverbindingen, bestreek uiteindelijk
tien plaatsen in BS-gewest 11 en reikte tot Amsterdam en Haarlem. Pommerel zorgde daarnaast
voor illegale stroomvoorziening voor radio-luisterposten en illegale-persactiviteiten in
West-Friesland. Tevens werkte hij mee aan het wegpompen van 2000 liter door de bezetter
in beslag genomen benzine van het PEN/PWN, die vervolgens door het verzet werd gebruikt
voor wapen- en voedseltransporten per boot. In zijn woning aan Geldelozeweg 19 in Hoorn
hielden verzetsgroepen vergaderingen. Toen op 10 februari 1945 BBO-agent Biallosterski in
Wognum werd gearresteerd en gefouilleerd, trof men een lijst aan met (illegale) telefoonnummers,
waaronder dat van Pommerel. Drie dagen later werd hij door leden van de Landwacht in Hoorn
aangehouden. Na gevangenschap in de HvB in Alkmaar en Amsterdam werd hij op 6 april 1945 in
Limmen gefusilleerd.
(bovenstaande tekst afkomstig van de website van de Eerebegraafplaats Bloemendaal)
Pommerel is kort na de oorlog herbegraven op de Eerebegraafplaats Bloemendaal
Eerebegraafplaats Overveen, gemeente Bloemendaal
Voor de onthulling van de plaquette op 4 mei 1953 was de uitnodiging gericht aan zijn weduwe, mw. A. Th. Pommerel-Roovers, Koepoortsweg 23-a te Hoorn.
De fusillade te Limmen vond plaats één dag nadat het verzet een mislukte - en mogelijk zelfs onnodige - aanslag op twee Duitse soldaten had gepleegd, waarbij er één van de twee om het leven kwam; de ander zag kans te ontsnappen.
Volgens De Jong (1967) vonden de laatste oorlogsmaanden veel represailles plaats, waarbij gearresteerde, maar nog niet eens berechte, verzetsmensen als 'Todeskandidaten' werden vastgehouden om te worden gefusilleerd bij vergeldingsacties. De Duitsers hadden daar zelfs een zeker systeem in aangebracht. Voor een gedode Nederlandse verrader werden vijf, voor een gedode Duitser tien verzetsmensen gefusilleerd. Ook sabotagedaden werden met fusillades beantwoord. In Noord-Holland, bij Sint Pancras zelfs met twintig slachtoffers toen een Zaanse verzetsgroep, tegen de wil van de lokale verzetsmensen, daar op 15 april 1945 een spoorbrug opblies om de aanvoer van Duitse versterkingen naar Texel (opstand van de Georgiërs) te verhinderen.
Research, samenstelling en teksten: Peter Tack
Foto's: Diana v.d. Hoogen, internet
© Vereniging Oud Hoorn 2010/2024