Het Werenfridus Lyceum (2)
In 1917 wordt in artikel 23 van de grondwet het volgende vastgelegd: 'Het
bijzonder algemeen vormend lager onderwijs, dat aan de bij de wet te stellen
voorwaarden voldoet, wordt naar dezelfde maatstaf als het openbaar onderwijs uit
de openbare kas bekostigd. De wet stelt de voorwaarden vast, waarop voor het
bijzonder algemeen vormend middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs bijdragen
uit de openbaar kas worden verleend.'
Hiermee komt na ongeveer honderd jaar een einde aan de schoolstrijd. In de
nieuwe Lager-onderwijswet van 1920 wordt de financiële gelijkstelling van het
openbaar en bijzonder lager onderwijs nader uitgewerkt.
Ten aanzien van het middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs neemt de
rijksoverheid aanvankelijk slechts een derde van de kosten voor haar rekening.
Begin jaren twintig gaat de rijkssubsidie in principe naar 80%. Deze regeling
geldt echter alleen voor scholen die vóór 6 oktober 1921 zijn geopend. Het Rijk
is zo slecht bij kas dat nieuw op te richten scholen voorlopig uitgesloten zijn
van subsidie. In 1924 wordt deze tijdelijke regeling door middel van de
zogeheten 'Stopwet' voor onbepaalde tijd vastgelegd.
Verwacht mocht worden dat na de financiële gelijkstelling van openbaar en
bijzonder onderwijs katholieken en protestanten hun achterstand ook in het
voortgezet onderwijs in zouden kunnen halen. De Stopwet maakte dit echter
bijzonder moeilijk. Pas na de Tweede Wereldoorlog gaat de wet van tafel en kan
het bijzonder voortgezet onderwijs alsnog aan een inhaalslag beginnen. Officieel
wordt de wet pas in 1956 ingetrokken.
RK Lyceum in Alkmaar ca. 1960, nu Petrus Canisius College Het Lyceum (foto Regionaal Archief Alkmaar, fotograaf onbekend)
Katholiek voortgezet onderwijs in Noord-Holland
In katholieke kring leeft al lang de behoefte aan een eigen West-Fries lyceum.
Men beseft dat een betere scholing essentieel is voor de emancipatie van de
West-Friese katholieke gemeenschap. Eind jaren dertig onderzoekt deken J.C.W.
van de Wiel de mogelijkheid van de vestiging van een katholiek lyceum in Hoorn.
Maar de tijd blijkt nog niet rijp te zijn.
Het enige katholieke lyceum in Noord-Holland ten noorden van het Noordzeekanaal
is het Rooms Katholiek Lyceum in Alkmaar (nu Petrus Canisius College Het
Lyceum). Ook leerlingen uit West-Friesland, vooral uit Hoorn en omgeving,
bezoeken deze school. Alkmaar is echter slecht bereikbaar voor leerlingen uit de
West-Friese dorpen. Steeds vaker kiezen katholieke ouders ervoor hun kind naar
de Rijks HBS te laten gaan. Dit maakt de vestiging van een katholiek lyceum
steeds urgenter.
Na de Tweede Wereldoorlog zet deken Van der Meer zijn schouders eronder. Er
wordt een comité opgericht, dat contact zoekt met een kloosterorde die
verschillende inrichtingen voor middelbaar onderwijs in stand houdt. Als dit
niet tot het gewenste resultaat leidt, treedt het comité in overleg met het
curatorium van het RK Lyceum in Alkmaar. De inzet is dan om te komen tot de
vestiging van een filiaal van de Alkmaarse school in Hoorn.
Samen met twee leden van het Alkmaarse curatorium gaat het comité onder leiding
van deken Van der Meer begin 1948 naar Den Haag. Daar blijkt dat zowel het
Centraal Bureau voor het Katholiek Onderwijs als het ministerie van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen de vestiging van een zelfstandig lyceum in Hoorn
verantwoord vindt.
In het midden Petrus Leonardus Christianus van der Meer, pastoor en deken van de
parochie van de H. Sint Cyriacus en Franciscus te Hoorn van 1943-1965 (foto WFA, Foto Meijer)
Glas-in-lood raam met Sint Werenfridus in de Bonifatiuskerk, Zaandam (foto www.heiligen.net)
Na dit goede nieuws gaat men in Hoorn voortvarend aan de slag. Op 6 februari
wordt tijdens een bijeenkomst in de parochie van Hoorn de Stichting Het
Werenfridus Lyceum opgericht. Het dagelijks bestuur bestaat uit deken P. van der
Meer (voorzitter), mr. J. Windhausen (secretaris) en H. Kaldenbach
(penningmeester). De overige leden van het curatorium zijn: deken H.J. Kuiper
(Wognum), notaris S.J. Luijckx (Hoorn) en de burgemeesters N. Raat (Wervershoof)
en J. Elders (Bovenkarspel).
Het curatorium sticht vervolgens in alle parochies van de decanaten Hoorn en
Wervershoof comités die in hun parochie enthousiasme en financiële steun voor de
Hoornse school moeten bewerkstelligen.
Het curatorium gaat ervan uit dat de school op 1 september 1948 van start kan
gaan. De verwachting is dat zo'n zestig leerlingen zich aan zullen melden voor
het eerste leerjaar.