Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Ach Lieve Tijd 1: Zeven eeuwen Hoorn,
zijn bewoners en hun rijke verleden

De hele vroedschap en de gevluchte burgemeesters werden vervangen door aanhangers van de nieuwe partij. Zodra zij waren geïnstalleerd, werd de Brede Raad ontbonden en werden de schutters naar huis gestuurd. Geslachten als Veen, Sonck, Kaiser, Sijms en Groot deden nu hun intrede in het stadsbestuur en zouden bijna twee eeuwen lang de dienst uitmaken in Hoorn. Veel was er dus niet veranderd. De burgers moesten tot 1787 wachten voor zij weer enige invloed kregen op het bestuur van de stad.

Een armenbus van de Lutherse gemeente (WFM).

Dat Hoorn zich had aangesloten bij de prinsgezinden, die de hervormde godsdienst beleden, betekende niet dat nu ook de Hoornse bevolking zich massaal bekeerde tot de nieuwe leer. Het grootste deel van de bewoners bleef aanvankelijk katholiek. Dat nam niet weg, dat in de stad de hervormden het nu voor het zeggen hadden. De Grote Kerk werd ingericht voor de hervormde eredienst en niet op een zachtzinnige manier. Toen een van de twee overgebleven burgemeesters, Jan Binneblijf, de kerk binnenkwam en zag wat er was aangericht, smeet hij woedend zijn muts op de grond en verliet alsnog de stad. Maar daar bleef het niet bij. Ook de kloosters kregen een andere bestemming. De monniken en de nonnen werden hardhandig de stad uitgezet en de bezittingen van alle geestelijke instellingen werden verbeurd verklaard.

430
In 1574 werd het Protestantsch Weeshuis ondergebracht in het voormalige St.‑Mariënconvent in de Korte Achterstraat. Op deze foto uit omstreeks 1910 poseren de weeskinderen met de binnenvader J. Bijlsma (WFM).

De slag op de Zuiderzee

In de zomer van 1573 hadden de Spanjaarden in Amsterdam een sterke vloot uitgerust, waarmee zij de steden aan de Zuiderzee wilden onderwerpen. De opstandige Hollandse steden konden daar niet meer tegenover stellen dan een grote menigte kleine schepen. Begin oktober van dat jaar zeilde de Spaanse vloot de Zuiderzee op en na wat schermutselingen kwam het op de 11de tot een treffen tussen de Hollandse vloot onder leiding van Cornelis Dirksz. van Monnickendam en die van de Spanjaarden onder bevel van de graaf van Bossu. De zeeslag werd uitgevochten op het Hoornse Hop, bijna onder de wallen van de stad. De kleine, Hollandse schepen, die op de Zuiderzee met zijn vele ondiepten gemakkelijker konden manoeuvreren, wisten na een hevig gevecht de Spaanse vloot te verslaan. Volgens de legende was deze overwinning voor een belangrijk deel te danken aan Jan Haring, die als eerste aan boord van het vijandelijke admiraalsschip was.

430
Het Oude Vrouwenhuis in 1727, getekend door C. Pronk. Hier stond tevoren het St.‑Geertenklooster, waarin na de Hervorming al oude vrouwen woonden. Het uit 1610 daterende poortje bestaat nog, evenals het Admiraliteitspoortje rechts (WFM).