Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Ach Lieve Tijd 1: Zeven eeuwen Hoorn,
zijn bewoners en hun rijke verleden

De hele stad werd vroeger doorsneden door grote en kleine grachten, die eigenlijk niets anders waren dan de oude poldersloten. Door het aanbrengen van een stenen overkapping veranderden de meeste van deze grachten in de loop der tijd in gesloten riolen. Even zijn ze nog te zien geweest, die oude waterlopen, toen in de jaren zeventig van onze eeuw het rioleringsstelsel werd vernieuwd.

430
De Koepoortsweg was aan het begin van deze eeuw nog net zo landelijk als twee eeuwen daarvoor. In 1904 moest er een sproeiwagen aan te pas komen om de stofwolken te bezweren ‘die tot last en schade der wandelaars en bewoners ronddwarrelen’. Wel totaal veranderd was de bewoning. Vroeger hadden Hoornse regenten hier hun buitenhuizen, later leidden warmoezeniers er met het verbouwen van groente op smalle stroken land een karig bestaan (AWG).

De dijk, die van oudsher de ruggegraat van de stad vormde, heeft het niet altijd tegen het opdringende zeewater kunnen houden. Vooral in het zuidwesten moest veel land aan de zee worden prijsgegeven. Daardoor eindigt het West, een stuk van de dijk dat recht op Schardam afloopt, zo abrupt in zee. Aan het einde van de zestiende eeuw waren de resten van die weggeslagen dijk bij laag water nog te zien.

Het poortrecht

Op ‘Sinte Martijnsdag in de zomer van het jaar ons Heren MCCC zes ende vijftich’, dat wil zeggen op donderdag 7 juli 1356, schreef de rentmeester van graaf Willem V in zijn kasboek dat hij van ‘die van Hoorn’ een bedrag van 1500 gouden schilden had ontvangen, plus nog 50 schilden voor een zadel voor mijnheer de graaf. Een fors bedrag, maar daarvoor kregen die van Hoorn dan ook het ‘poortrecht’. Dit recht om voortaan hun stad zelf te besturen en er recht te spreken, gaf de graaf aan de inwoners van Hoorn wegens ‘meenigen trouwen dienst, dien sij ons hebben gedaen’. Het was de beloning voor de steun die Hoorn de jonge graaf had verleend in de strijd tegen zijn moeder, Margaretha van Beieren, om de macht in het graafschap.
Hoe groot de nieuwe stad precies was en hoeveel mensen er woonden, is niet bekend.

430
De Koepoortsweg als lustoord, op een gravure naar een tekening van C. Pronk uit 1727. Links een van de fraaie buitenhuizen die regenten en rijke kooplieden hier in de 17de eeuw lieten bouwen, met mooie tuinen en een theekoepel aan de Tocht. Tussen de hoge linden is nog net de Koepoort te zien (RAH).