Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Het schilderachtige Hoorn (4)

Zo'n donkergroen deurtje in een crème geel poortje, en al die raampjes er omheen. Op het voorhoofd van het poortje leest hij: 1593. Zijn oude dingen mooi omdat ze zo oud zijn, of worden ze zo oud omdat ze zo mooi zijn? "Laten we het laatste maar aannemen," denkt hij, "dat is optimistischer."

Hij verlaat het schilderachtige Munnickenveld en ziet op tegen een imposant blok: Het St. Pietershof. "Merkwaardig toch die achttiende eeuw: schatrijk, verstandig en menslievend, maar een hart hadden ze niet. Wat een verschil, dat kleine hartelijke huisje aan het Munnickenveld, en dit ongenaakbare gebouw. Als ik oud ben, wil ik wonen aan het Munnickenvelden niet sneuvelen op de trappen van een gesticht. Want als mijn penseel beeft in mijn vingers, zal mijn harteklop nog hoorbaar zijn, en mijn gedachten zullen op mijn oude dag meer gelijken op de kinderhoofdjes dan op de rechtlijnige steenblokken van het St. Pietershof."

Hij steekt de Gedempte Turfhaven over naar een brede stille straat met jonge boompjes in het midden: kennelijk evenzeer een gedempt grachtje. Het draagt de zonderlinge naam: Ramen 1). Een merkwaardige Doopsgezinde kerk met lange boogvensters steekt er tussen de gevels op; zij heeft een verwaarloosd uiterlijk en staat er vreemd te kijken alsof ze zich schaamt. Ernaast staat een deftig herenhuis: de pastorie. Het is een zonderlinge straat die Ramen. Er staan voorname grote huizen: van een predikant, een dokter, een caféhouder. Er staan ook kleinere, minder aanzienlijke woningen, waaronder een genoeglijk zeventiende-eeuws hoekhuisje van een schoenmaker. Er staat zelfs een oud pakhuis aan de overkant. Maar het pronkjuweel van de straat is de ranke trapgevel van Ramen 11.

De ranke trapgevel van Ramen 11.

De ranke trapgevel van Ramen 11.

Even blijft de schilder kijken naar dit eigenaardige huis. Hij vraagt zich af waardoor het zo opvalt. Het heeft niet het knusse schilderachtige van de andere zeventiendeeeuwse huisjes die hij tot nog toe gezien heeft. Het heeft veeleer iets statigs. Het heeft een bijzondere breedtewerking door twee zijvleugels, waaronder oorspronkelijk waarschijnlijk poortjes gestaan hebben, die men helaas in rechthoekige deuren veranderd heeft. Tegelijk is de gevel ook bijzonder naar de hoogte uitgewerkt door lange ramen op de eerste verdiepingen een zeer slanke, op een obelisk uitlopende gevelspits. Als hij die van links bestudeert, bemerkt hij dat daar een oelenbord op prijkt, waarvan helaas een zwanenhals ontbreekt.

1) De straatnaam Ramen komt ook in andere N.-H. steden voor en heeft betrekking op de vroegere textielnijverheid.
De vervaardigde stoffen werden daar op "ramen" gedroogd.