Binnen een halve eeuw was weer een restauratie van de Noorderkerk nodig. Deze keer waren vooral de kerkmuren een probleem gaan vormen.
Na de restauratie van 1936-1938 is de Noorderkerk in gebruik genomen voor de zomerdiensten van de Hervormde Gemeente. In de winters werd gekerkt in de te verwarmen Grote Kerk.
Na 1968 werd de situatie, door het sluiten van de Grote Kerk voor het houden van
kerkdiensten, anders. Alle diensten moesten nu in de Noorderkerk
plaatsvinden. De kerk werd van verwarming voorzien. De natuurstenen pilaren werden
hersteld evenals de lekkage van het dak. De kerk werd ook beveiligd tegen blikseminslag.
Ook ontstond door het houden van de kerkdiensten de behoefte aan een
kerkorgel. (Zie pagina Orgel)
In 1978 riep de Nederlands Hervormde Gemeente een commissie in het leven om een
onderzoek te verrichten naar een mogelijkheid tot restauratie van de Noorderkerk.
Dit onderzoek wees uit dat er zeker zo'n twee miljoen gulden nodig zou zijn.
De restauratiecommissie o.l.v. voorzitter D. Breebaart maakte zich sterk voor het
bijeen brengen van dat deel van de kosten dat in ieder geval door de Kerkvoogdij
opgehoest moest worden. Zij brachten een bedrag van ruim fl 150.000,- bij elkaar.
Hun ijver werd beloond. Ook Provincie, Gemeente en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg
gaven hun medewerking. De firma Schakel en Schrale mochten de werkzaamheden uitvoeren
en de Architecten A.M. Hangelbroek-Gouwetor, Y. Hangelbroek en J. Witte begeleidden
de restauratie. Uitvoerder IJ. Radder en opzichter J. Miltenburg werkten met hun
onderaannemers twee jaar aan het herstel van het kerkgebouw.
De fundering vergde een goede ondersteuning. Deze was nogal verzakt waardoor de kerkmuren naar buiten helden. Er werden op vier plaatsen betonconstructies in de muren en de funderingen aangebracht. Het geheel rust op ca. 20 meter lange betonnen palen. Hiermee is het verzakken van de kerkmuren tot staan gebracht. Er zijn in en buiten de kerk diepe gaten gegraven om alles in orde te maken. Om tot deze oplossing te komen is vier maanden hard gewerkt. Daarna konden de gaten weer dicht gegooid worden.
Aan binnen- en buitenmuren is intussen ook het nodige werk verricht. Binnen werd
alles afgebikt. Er moest een stuclaag op die zeer vochtbestendig is.
De buitenmuren werden ingeboet, uitgehakt en van nieuwe voegen voorzien. Natuursteen vervangen of weer aanbrengen was ook nodig. Dit was nog maar het begin van de restauratie. Er waren nog veertien maanden van hard werken en geld inzamelen te gaan. Na de 200.000 gulden die al binnen gehaald waren werd nogmaals een beroep op de Hoornse bevolking gedaan voor de laatste 100.000 gulden. De kerk zal na deze restauratie ook voor allerlei andere, zoals culturele, doeleinden in gebruik genomen worden.
Om al deze activiteiten werkelijk te kunnen laten plaatsvinden in de kerk moest
er wel het nodige aan de inrichting worden verbeterd. Een en ander werd voortvarend
aangepakt. De toegankelijkheid van de kerk werd verbeterd. Aan de zijde van de
Armenkerk is nu een rolstoelvriendelijke ingang. In de huisjes naast de kerk is
goed sanitair. De verlichting, verwarming en de keuken vergden verbetering. Alles
moest aan de moderne eisen worden aangepast. Hiertoe werden in de huisjes muren uitgebroken en vloeren op niveau gebracht.
Er ontstond een grote ruimte op de begane grond. Boven kwam een vergader- en archiefruimte. Op de zolder van de regentenkamer zijn nu de ketels van de verwarming geplaatst.
De verwarming van de kerk gebeurt op drie manieren. Zo is er vloerverwarming onder
de stoelen en radiatoren aan de wanden. De Armenkerk kan zonodig apart verwarmd worden.
Het orgel werd verplaatst om ruimte te maken voor een keuken, invalidentoilet
en een paar kasten. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg keurde dit alles na overleg goed.
Bronnen:
Een verhaal over de Noorderkerk door Willem Vingerhoed en Tim Zaal.
Kwartaalbladen Oud Hoorn