Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Ach Lieve Tijd 6: Zeven eeuwen Hoorn,
zijn bewoners en hun vertier

Bruiloften en partijen

Een verjaardag was en is een aangewezen aanleiding om op visite te gaan, vooral wanneer het een vijftigjarige betreft. Wie in West-Friesland vijftig wordt, zal dat weten ook. Niet zelden begint het feest 's nachts om 12 uur met groot gerucht. Buren en bekenden staan zingend en toeterend voor de deur om de jarige een lawaaiige serenade te brengen. Vervolgens wordt een ‘Abraham’ overhandigd. Een echte Abraham wordt gemaakt van boterdeeg, tegenwoordig vaak gevuld met amandelspijs.

In 1862 werd de rederijkerskamer Hofdijk opgericht, een deftige vereniging voor amateurtoneel. Deze foto werd gemaakt bij het 30-jarig bestaan in 1892 (AWG).

Vroeger had iedere bakker zijn eigen recept. De Abraham wordt met de hand gesneden of gevormd in een bandijzeren mal. Soms is het een rechthoekige koek waarin de vorm van het hoofd wordt aangegeven. Tegenwoordig wordt een Abraham wel gemaakt met een speculaasplank waarmee ook een vrijer wordt gemaakt. De pop wordt opgespoten met eiwitglazuur of crème en versierd met marsepein, zilverpillen en ander banketbakkerswerk. De Abrahams kunnen wel meer dan twee pond wegen en langer dan 65 cm. zijn. Soms wordt de Abraham gevolgd door een Izaak op zestigjarige en een Jacob op zeventigjarige leeftijd.

De kegelbaan van de Grote Sociëteit aan de Noorderstraat omstreeks 1880 (AWG).

Een feest waaraan een uitvoerige organisatie te pas kwam, was de bruiloft. Wanneer men het erover eens was dat een stel bij elkaar paste, werden de voorbereidselen getroffen. Daarbij werden ‘speelnoten’ ingeschakeld. Meestal broer of zus van bruid en bruidegom met hun verloofden. De speelnoten hielpen het aanstaande bruidspaar bij de voorbereidingen voor het huwelijk en vergezelden hen bij alle bezoeken.
Gewoontegetrouw ging het hele gezelschap de zaterdag voor de huwelijksdag naar Hoorn. De mannen droegen een hoge hoed met bloemen en de vrouwen hadden een boeketje op de borst gespeld.

550
Rechts de deftige familie Kayser tijdens een jachtpartij, geschilderd door M. Withoos in 1676. De familie demonstreert nadrukkelijk haar pas verworven jachtrecht. In 1660 werd het adellijke recht op dit ‘vermaeck en tijtcortinghe’ gegund aan hoge ambtenaren uit de burgerij. Jacob Kayser, de derde van links, was in 1667 gekozen tot schepen en lid van de vroedschap (WFM).