Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn, West-Friesland en de Markerwaard (7/10)

Het plan voor de Markerwaard verkeert thans in het eerste stadium van voorbereiding, van schetsen en studies. Allerlei onderzoek is in gang. Veel vaststaande feiten zijn nog niet te vermelden. Volstaan moet hier dus worden met enkele algemene beschouwingen, met mededeling van beginselen, waarvan bij de samenstelling van het plan zal worden uitgegaan.

Primair zijn bij het ontwerpen uiteraard de eisen, die voortvloeien uit het feit, dat water tot land wordt gemaakt en dat daarna dit + 4 m onder water gelegen land moet worden drooggehouden door middel van doelmatig getraceerde afwateringskanalen en juist geplaatste gemalen. Een beeld van de waterstaatkundige toestand van het westen van Nederland geeft kaart V met een doorsnede over het Noordhollandse polderlandschap. Nodig is dus kennis van de dieptelijnen van de bodem der Zuiderzee - nu en in de toekomst na het droogvallen van de polder en de inklinking van de bodem daarna - en kennis van de bodemgesteldheid om die inklinking te kunnen berekenen. De bodemdiepte is sinds 1941 opnieuw gepeild en in kaart gebracht, de bodemgesteldheid is opnieuw en nauwkeuriger onderzocht en de te verwachten inklinking is op grond van proeven, studies en berekeningen geschat.

Voorts moet worden nagegaan, wat de meest gewenste omtrek van de polder is en wat de behoeften van het verkeer te w~ter en te land zijn, alle onderdelen van het plan, die niet op zich zelf, doch in onderling verband en in groter verband moeten worden bezien.
De omtrek wordt o.m. bepaald door de noodzaak ± 1250 km2 van het IJsselmeer als blijvend zoetwatermeer te behouden, waarvoor overeenkomstig het plan van Dr. Ir. C. Lely zijn gekozen de diepste en meest zandige delen. Voor de noordoostelijke dijk staan de punten van aansluiting bij Lelystad en bij Enkhuizen vast en wel zo, dat ook deze oude Westfriese Zuiderzeestad zoveel mogelijk aan de nieuwe ontwikkelingen deel kan hebben. Wat het tracé betreft, wordt overwogen een korte lengte van deze zware kostbare dijk te combineren met inpoldering van een deel van het Enkhuizerzand, dat weliswaar voor agrarisch gebruik vermoedelijk weinig betekenis heeft, doch dat met zijn geulen en ondiepten landschappelijk, natuurhistorisch en voor de recreatie (in ruime zin genomen) belangrijk kan worden, niet alleen voor de polderbevolking, doch ook voor de bevolking van heel Westfriesland (waaronder die van Hoorn), die in dit opzicht veel ontbeert. Bij de andere dijken komt de vraag aan de orde, of de Markerwaard geheel door water van Noordholland zal worden gescheiden.

kaart V

kaart V

Blijkens de reeds voltooide en in uitvoering zijnde werken komen tussen Amsterdam en Edam en tussen Oosterleek (Blokkerhoek) en Enkhuizen randmeren. Monnikendam, Marken en Volendam behouden dus hun ligging aan de Gouwzee en Broekerhaven blijft eveneens aan het water liggen, terwijl ook het Hoornse Hop grotendeels blijft bestaan.