Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Vondel en Hoorn (4)

De vriendschap van Vondel en Velius vond niet alleen een hechte steun in beider geloofsovertuiging, maar ook in beider sympathie voor de vervolgde Remonstranten. Die van Vondel kunnen wij beluisteren in zijn gedicht op Dr. Rombout Hoogerbeets Dircksz. Hij was een neef van Dr. Pieter Pietersz Hoogerbeets, wiens werken door Velius zijn uitgegeven. Rombout was een zeer knappe rechtsgeleerde, werd raad in de Hoge Raad van Holland, daarna raad en pensionaris van Leiden en secretaris van het curatorium der universiteit aldaar. Nauwelijks had hij zich in Leiden behoorlijk ingewerkt, of hij werd door de Staten Generaal om zijn remonstrantse opvattingen vastgegrepen en te Loevestein gevangen gezet; lotgenoot van Hugo de Groot, maar minder fortuinlijk. Zijn vrouw stierf in zijn armen in de kerker en zelf, na de dood van Maurits vrij gelaten, betrok hij zijn woning als een gebroken, man 1). Hetzelfde jaar (1625) stierf hij. Vondel prijst hem:

Een vroom oprechte ziel, en vrij van vuile smetten
Stak in dees waarde Man; de kenner van 's Lands Wetten;
Een kerker was de loon van zijn getrouwigheid:
Gods zegen dauw op 't graf daar hij begraven leit.

Ook uit het gedicht op Vorstius blijken Vondel's sympathieën voor de Remonstranten. Afgezet als hoogleraar aan de universiteit van Leiden en verbannen door de Staten van Holland, zwierf Gr. Koenraad Vorst door het land, afhankelijk van de steun van de naastenlievenden. Toen hij in 1622 door de hertog van Holstein was beroepen naar Tonningen, deed Vondel hem uitgeleide naar Hoorn. Om zijn felle hekeldichten tegen de terreur moest Vondel tenslotte zelf ook een goed heenkomen zoeken. Zo ver is het met Velius niet gekomen.

Wel behoorde hij tot het grootste gedeelte van de raad van Hoorn, dat in strijd met recht en wet in 1618 door Maurits op verraderlijke wijze aan de kant werd gezet. In dit verband is het nog wel interessant mede te delen dat Velius, bij het bewerken van zijn Kroniek, het wederrechtelijk en verraderlijk optreden van Maurits niet heeft verdoezeld.

Th. Velius.

Th. Velius.

Door allerlei omstandigheden kwam het werk eerst in 1648 van de persen van Isaak Willemsz van der Beek, zoon van Willem Andriesz, "Int Schrijfboeck op 't Noort" te Hoorn, die de beide eerste drukken had verzorgd. Volgens gebruik werd aan het stadsbestuur verzocht, het werk aan hetzelve te mogen opdragen, hetgeen zeer genadiglijk werd toegestaan. Toen de heren echter kennis namen van de inhoud van de aangeboden presentexemplaren, namen zij aanstoot aan de minder vleiende passages betreffende het optreden van Maurits en zijn Hoornse partijgangers.

1) G. Brandt. Historie van de rechtpleging, gehouden in de jaeren 1618 ontrent de dry gevangene Heeren Mr. Johan van Oldenbarnevelt, Mr. Rombout Hoogerbeets en Mr. Huge de Groot. Rotterdam 1708.