Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Aloysius MULO/ULO/MAVO (15)

'Geen bleekveldje'

Oud-journalist Wim Klaassen over de Sint-Aloysius ULO

 

Wim Klaassen
Wim Klaassen, auteur van Geen bleekveldje: de twee werelden van (niet) zomaar een klas (foto wimklaassen.nl)

In 2000 verscheen het in eigen beheer uitgegeven boek Geen bleekveldje: de twee werelden van (niet) zomaar een klas, geschreven door Wim Klaassen, die van 1948 tot 1951 leerling was van de Aloysius ULO. De uit Bovenkarspel afkomstige oud-journalist van onder meer het Noordhollands Dagblad schetst in zijn boek de geschiedenis van de school tegen de achtergrond van het (katholieke) West-Friesland in de jaren kort na de Tweede Wereldoorlog.

Het boek is echter vooral gewijd aan de levensgeschiedenissen van de leerlingen die tegelijk met Klaassen in 1950 in klas 3A aan het examenjaar van de driejarige opleiding begonnen. Het zijn boeiende verhalen, die samen een prachtig beeld schetsen van het West-Friese milieu van tuinders, middenstanders, ambtenaren en ambachtslieden waaruit de meeste ulo-leerlingen kwamen. Het boek verscheen ter gelegenheid van een reünie van leerlingen uit klas 3A in 2000.

Hieronder worden, met toestemming van de auteur, uit een paar van deze biografietjes uitspraken geciteerd die betrekking hebben op de Aloysius ULO. (De volledige tekst van het boek Geen bleekveldje is te lezen op de website van de auteur: http://wimklaassen.nl/inhoud/3-de-twee-werelden-van-niet-zomaar-een-klas.)

 

Nel Bloem (Hoorn)

Nel Bloem (geboren 22 augustus 1932) moest thuis hard werken. Jongensbroekjes, kousen en sokken stoppen, op maandagochtend alle schoenen op tafel en maar poetsen, de zondagse kleren borstelen en in de kast hangen. De gang vegen, de machine in de winkel schoonmaken, er kwam geen eind aan. “Mijn ogen gingen open toen ik zag hoe twee van mijn nichten met het mulo-diploma op zak op kantoor gingen werken. Ik besefte dat ik bijles nodig had als ik ook naar de mulo wilde. Een oude juf op de naaischool gaf bijles Nederlands en daar wilde ik gebruik van maken. Maar wie moest dat betalen? Zakgeld had ik nooit gehad. Intussen was ik als veertienjarige niet meer zo bang voor m’n ouders, ik vertelde hun mijn plan en het ging door. Het toelatingsexamen mulo bracht me goede cijfers, behalve voor Nederlands, m’n lievelingsvak. Ik beklaagde me bij directeur Holtkamp en toen bleek dat het Nederlands was nagekeken door leerlingen.”

Veel meisjes en jongens kwamen op de fiets van ver buiten Hoorn. “Ik herinner me dat leraar Willems een hekel had aan hun boerentaaltje, daar kon hij vaak over foeteren. De leerstof was voor mij niet moeilijk, ik ging gemakkelijk over en het eindexamen ging me goed af. Toen ik met het diploma thuis kwam was m’n moeder druk bezig. ‘Leg het diploma maar neer,’ zei ze en ze ging verder. Ik had de smaak van het studeren te pakken en wilde doorleren, hogerop. ‘Ja,’ zei ma, ‘dat dacht ik wel, je gaat je gang maar, van mij krijg je geen cent.’ ”

Nel ging naar kantoor, maar dat bleek toch niet haar bestemming. Uiteindelijk werd ze lerares tuin- en plantenverzorging op verschillende huishoudscholen.

 

Wim Klaassen (Bovenkarspel)

Wim Klaassen (geboren 5 maart 1936): “Naar de mulo ging ik eerst met de trein, later ook wel met de bus, maar vooral op de fiets. De trein was een oud stoomvehikel. Elke coupé was een afgesloten geheel. De conducteur ging in de rijdende trein over de treeplank van coupé naar coupé. We waren altijd te vroeg in Hoorn. Vaak voetbalden we dan eerst op de Noorderveemarkt. En in de winter stapten we de stationsrestauratie binnen. Maar we hadden geen cent te verteren en werden er door de ober gauw uitgejaagd. 

Op de mulo ging een wereld voor me open met al die meisjes in de klas. Ik was een jongensschool gewend. De schooldag begon met gebed. Na het eindexamen ging ik naar kantoor. M’n vader had gezorgd voor een baantje, per 1 september 1951, bij de plaatselijke zaadhandel.”

Schoolplein in 2018
Schoolplein anno 2018 (foto Sietse Postma, 2018)

Johan Overbeek (Hoorn)

In 1960 vertrok Johan Overbeek (geboren 5 april 1936) naar Australië. “Ik wilde wat van de wereld zien, wilde emigreren en koos voor Australië, want Pukkie van Iersel had ons geleerd dat dat zo’n mooi en apart land was.”

De vier jaren mulo betekenden voor Johan een mooie tijd. “We hadden vakken als handelsrekenen, boekhouden, menskunde, natuurkunde, algebra en meetkunde, vakken die mij in mijn latere leven heel goed van pas kwamen. De beste leraar vond ik altijd meneer Dekker. Trouwens, hij gaf ook de lessen waar ik het meest van hield.

Het onderwijs bereidde ons echt voor op de toekomst. De overgang naar het Werenfridus-lyceum was groot, met nieuwe vakken als mechanica, stereometrie, scheikunde en goniometrie. Als ik de twee scholen vergelijk, was de mulo veel beter, veel praktischer. Op het lyceum werd je klaargestoomd voor de universiteit of hoge technische school.”

Hij verhaalt graag van zijn jaren op de mulo. ”We haalden wel eens kattenkwaad uit, zoals op een dag dat we schotsen gingen trappen op de Vest en er een paar bijna verdronken, of de middag dat we spijbelden om te kunnen zwemmen in het Flevobad. Blubber (bijnaam van directeur Holtkamp, wkl.) was niet mis in het opleggen van straf, maar dat was goed, het leerde ons toch dat we ons moesten gedragen. Ook was het goed dat we meisjes en jongens op dezelfde school hadden. Ik had zelfs een schoolvriendinnetje, ik zal geen namen noemen, maar ze woonde in De Goorn. Wat hadden we toen toch weinig ervaring. Trouwens, we konden geen ervaring krijgen, want alles was doodzonde. Hertzberg, die arme priester die geen moment orde kon houden, had ons dat toch bijgebracht, zelfs bij gedachte of begeerte.”

 

Vera Veul (Hem)

Het was in de dorpen van West-Friesland een bijzonderheid als kinderen na de lagere school mochten doorleren. De meesten gingen als twaalfjarige meteen naar een baas. Vera Veul (geboren 4 mei 1935) was bijna twee jaar toen haar vader overleed. “We hadden een pachtboerderij. Moeder bleef achter met zeven kinderen. De oudste was veertien. Er waren vijf dochters. De oudste twee moesten thuis blijven. Moeder had ze dik nodig in het bedrijf en het huishouden. De andere drie mochten naar de mulo in Hoorn.

Naar de mulo in Hoorn ging ik op de fiets. Door weer en wind. Je zat soms met kletsnatte kleren in de bank. Maar je ergerde je er niet aan. Het was de gewoonste zaak van de wereld. Leraren konden soms de stank van die natte kleren niet verdragen. Willems bij voorbeeld, onze klassenleraar in 2A, gooide dan de ramen open.” 

Schoolplein in 2018
Schoolplein anno 2018 (foto Sietse Postma)

Corry Vlaar (Hoorn)

De jongste van de klas was ze, Corry Vlaar (geboren 29 september 1936). Een vlugge leerling die, zo dacht iedereen, op haar sloffen als veertienjarige het mulo-diploma in de tas kon hebben. Dat dacht ze zelf ook. Maar het zat niet mee: ze zakte. Vader had gewaarschuwd dat ze geen herkansing zou krijgen. En dus werd ze ingeschakeld in de groentehandel van de familie. Met de groentekar van vader mee naar de klanten ten noorden van de spoorlijn. Waren de worteltjes op, dan ging Corry op de transportfiets nieuwe voorraad halen. “Ik vond het leuk langs de weg. Je zag veel en sprak met velen. En ik leerde de sociale kant van vader kennen. Bij grote gezinnen vroeg hij voor een bloemkool waar een vlekje aan was, maar een habbekrats.”

Dat vader haar niet nog een jaar mulo wilde toestaan, kan Corry wel begrijpen. “Ik was in ons gezin een bevoorrecht mens. Ik heb twee oudere zusters en die mochten niet verder leren. Ik had mijn kans gekregen en niet benut.” Heeft ze er spijt van? “Nee, want wat ik geleerd heb, heeft niemand me af kunnen nemen. En ik heb er in mijn verdere leven toch veel aan gehad. Diploma of niet. En toen ik bijna achttien was, had ik toch nog een diploma, dat van de Handelsavondschool.”

 

Toos Wiering (Zwaag)

Toos was in 1951 niet de jongste eindexamenkandidaat. Maar ze was wel de jongste van het clubje dat na drie jaar met het diploma ging strijken. Of ze een goede leerling was, wil Toos niet beamen. Maar haar vader vond dat ze het laatste jaar van de lagere school toch maar beter kon doorbrengen op de Mariaschool aan de Eikstraat in Hoorn. Daar zou ze betere kansen hebben. Maar toen de non die hoofd van de Mariaschool was, vader Wiering belde met de aanbeveling Toos naar het Werenfridus-lyceum te laten gaan, kreeg ze geen instemmend antwoord.

Toos: “Daar had hij geen oren naar. Moeder was er niet meer en vader wilde dat we zo vroeg mogelijk op eigen benen zouden staan. En dat bereik je met drie jaar mulo nu eenmaal eerder. Wat dat betreft kregen de jongsten in ons gezin minder kansen dan de ouderen. M’n zus ging bij voorbeeld naar een internaat in Grubbenvorst en Brussel. En broers gingen naar het gymnasium in Alkmaar en de HBS in Hoorn.”

Geraadpleegde bronnen o.a.:
Verslag van den Toestand der gemeente Hoorn over 1915
Piet de Rooy, De Pacificatie van 1917, Historisch Nieuwsblad 3/2005
Archief Aloysius MAVO, Hoorn; WFA toegang 1772:
- 1 Notulen van bestuursvergaderingen, 1917 (21/11)-1948 (25/6)
- 2 Notulen van bestuursvergaderingen, 1949 (23/9)-1959 (23/3)
- 3 Agenda's, notulen en andere stukken betreffende bestuurs- en visitatievergaderingen, 1955-1962
- 4 Agenda's, notulen en andere stukken betreffende bestuurs- en visitatievergaderingen, 1963-1966 (30/8)
- 11 Circulaire aan de Katholieken van Westfriesland, ca. 1918 (bevat uittreksel uit de statuten)
- 42 Afschriften van de opgaven betreffende veranderingen in het onderwijzend personeel en het aantal leerlingen, 1935-1959
- 97 Kasboek, 1917 (24/12) - 1925
- 106 Schoolgeldlijsten, 1920/21 en 1921/22
Diverse krantenartikelen, o.a.:
- Westfriesch Dagblad, Onze Courant, 14 oktober 1936: De RK MULO te Hoorn; Inwijding en ingebruikneming van de vernieuwde school
- NHD/Dagblad voor West-Friesland, 19 juni 1959 (n.a.v. 40 jarig jubileum)
- NHD/Dagblad voor West-Friesland, 28 december 1981: C. Schrickx 25 jaar leraar aan mavo
Brochure: Nieuw-Hoorn Mavo, 1975-1984
Hans Bottemanne, Aloysius M.A.V.O. 1917 - 1985
http://wimklaassen.nl/inhoud/3-de-twee-werelden-van-niet-zomaar-een-klas