Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Aloysius MULO/ULO/MAVO (2)

Lager onderwijs in Hoorn ca. 1915

Openbaar, katholiek en christelijk

In 1915 telt het lager onderwijs in Hoorn ongeveer 1600 leerlingen. Een kleine 900 jongens en meisjes gaan naar een van de vier openbare scholen. De twee katholieke scholen, één voor jongens en één voor meisjes, worden bezocht door zo’n 600 leerlingen. De overige 100 leerlingen bezoeken de christelijke lagere school.

Twee van de vier openbare lagere scholen bieden ‘meer uitgebreid lager onderwijs’ (mulo). Dat zijn de Eerste Burgerschool voor Jongens en de Eerste Burgerschool voor Meisjes. Beide hebben negen jaarklassen. Naast de verplichte vakken krijgen de leerlingen in de hogere klassen les in Frans, Duits, Engels, geschiedenis en handtekenen. De jongens krijgen bovendien les in wiskunde en gymnastiek. Voor de meisjes staat fraaie handwerken op het rooster.

Burgerschool voor meisjes
Eerste Burgerschool voor Meisjes aan het Kerkplein (foto WFA)

Het onderwijs op de katholieke lager scholen is minder uitgebreid. De jongensschool heeft zes klassen voor kinderen van minvermogende ouders (vergelijkbaar met de twaalf halfjaarlijkse klassen van de openbare School voor Kosteloos Onderwijs). Zoons van ouders die schoolgeld kunnen betalen, gaan acht jaar naar school. Het enige extra vak op deze school is Frans. De katholieke meisjesschool heeft ook twee afdelingen: een van zes jaar en een van negen jaar. De extra vakken zijn hier Frans en fraaie handwerken.

Het is duidelijk dat de leerlingen van de beide openbare Eerste Burgerscholen beter af zijn dan die van de parochiale scholen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in katholieke kring de behoefte ontstaat aan lager onderwijs dat meer biedt dan wat extra lessen Frans en handwerken.

Streven naar katholiek mulo

In 1915 krijgt de bisschop van Haarlem bezoek van een delegatie katholieke notabelen uit Hoorn. Zij dringen aan op de stichting van een katholieke mulo in hun stad. De bisschop erkent de noodzaak, maar vindt dat de tijd nog niet rijp is en vraagt zijn bezoek geduld te hebben.

Bisschop Callier
Bisschop Augustinus Callier, bisschop van Haarlem 1903-1928 (foto Wikipedia)

Dit uitstel heeft wellicht te maken met landelijke politieke ontwikkelingen. In Den Haag wordt gewerkt aan een nieuwe grondwet. Onderdeel van deze wet is de financiële gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs. Hiermee moet een einde komen aan de al decennia voortslepende schoolstrijd. Het parlement bespreekt de nieuwe grondwet in oktober 1916. Ruim een jaar later wordt de wet officieel afgekondigd.

Het is dus niet verwonderlijk dat de bisschop in 1917 welwillender reageert op een herhaald verzoek uit Hoorn voor de stichting van een katholieke mulo. De bisschop zegt toe dat vicaris-generaal mgr. P.J. Möllmann de zaak zal onderzoeken. Nadat deze zijn licht opgestoken heeft bij de dekenaten Hoorn en Wervershoof, geeft hij groen licht voor de oprichting van een katholieke school voor meer uitgebreid lager onderwijs in Hoorn.