Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Aloysius MULO/ULO/MAVO (3)

Oprichting RK Schoolvereniging Sint-Aloyius (1917)

Samenstelling bestuur

Op 21 november 1917 vindt op verzoek van vicaris-generaal Möllmann in het katholieke militaire tehuis aan de Kerkstraat de oprichtingsvergadering plaats van de RK Schoolvereniging Sint-Aloysius. Bisschop A.J. Callier heeft de statuten van de op te richten vereniging al goedgekeurd en deken A. Vergeer uit Wognum aangewezen als voorzitter.

Nadat de statuten zijn voorgelezen en ongewijzigd zijn aanvaard, wordt een bestuur geformeerd. Hoewel de statuten een bestuur van minimaal vijf leden voorschrijven, kiest men direct voor een bestuur dat uit zeven leden bestaat. Naast voorzitter Vergeer zijn dat: B. Schermer (penningmeester), E.J.M. Stumpel (secretaris), beiden uit Hoorn, A. Commandeur uit Berkhout, N. Commandeur uit Wognum, W.N. Vlaming uit Medemblik en P. Jong Kzn. uit Lutjebroek.

Huis Verloren
Huis Verloren begin jaren 60, voorheen katholiek militair tehuis (foto WFA)

Statuten

Volgens de statuten (koninklijk goedgekeurd op 10 december 1917) is het doel van de vereniging de bevordering van rooms-katholiek mulo in de decanaten Hoorn en Wervershoof. Dit wil zij bereiken door het stichten, in stand houden en besturen van een of meer katholieke scholen voor mulo. In alle parochies worden ondersteunende comités in het leven geroepen.

De vereniging kent leden en begunstigers. Leden zijn degenen die deel uitmaken van de parochiale comités. Deze bestaan uit de pastoor en drie door hem aan te wijzen leden. Begunstigers zijn degenen die jaarlijks minimaal fl. 2,50 aan de vereniging schenken. Men kan de vereniging ook financieel steunen door een aandeel te nemen in een renteloze lening. Voor levende en overleden begunstigers en leden wordt jaarlijks een heilige mis opgedragen.

De bisschop wijst de voorzitter van de vereniging aan. De leden van de parochiale comités kiezen uit hun midden de overige bestuursleden.

De Streek

Omdat in de statuten sprake is van het stichten van een of meer katholieke muloscholen pleit bestuurslid Jong uit Lutjebroek er samen met zijn streekgenoot Hinke voor dat ook in de Streek een katholieke mulo gevestigd wordt. Voorzitter Vergeer antwoordt dat eerst gewerkt zal worden aan de vestiging van een school in Hoorn, dat goed bereikbaar is vanuit de omliggende dorpen. Als vestigingsplaats van een tweede katholieke mulo ligt zijns inziens inderdaad de Streek voor de hand.

De heer Vlaming wijst nog op de gevaren die voor leerlingen die uit de Streek per spoor naar Hoorn reizen, verbonden zijn aan de ‘schooltreinen’. Dit bezwaar wordt weggewimpeld met het argument ‘dat zeer spoedig de katholieke scholieren zich tot een gezelschap zullen verenigen, zodat intieme omgang met andersdenkenden vermeden zal worden’.

Trein richting Enkhuizen
De trein richting Enkhuizen vertrekt uit Hoorn, 1934 (foto WFA)

Circulaire

In een niet gedateerde circulaire, gericht aan de katholieken van West-Friesland, geeft het bestuur bekendheid aan de oprichting van de RK Schoolverenging St.-Aloysius en het streven naar de oprichting van katholieke scholen voor meer uitgebreid lager onderwijs.

‘Het wenselijke, ja de noodzakelijkheid van dergelijke scholen wordt ieder jaar duidelijker,’ schrijft het bestuur. ‘De uitbreiding van handel en industrie, die met elk jaar toenemen, maakt het nodig dat in de toekomst ook voor de katholieke bevolking van West-Friesland mannen moeten kunnen optreden, die toegerust zijn met uitgebreider kennis, dan die welke de gewone lagere school kan aanbrengen.’

Het bestuur wijst erop dat de oprichting van katholieke muloscholen een algemeen (katholiek) belang dient. ‘Degenen, die zich met die meerdere kennis en wetenschap zullen hebben verrijkt, zullen daardoor in staat zijn de belangen van anderen te bevorderen, die aan dat onderwijs geen deel konden hebben.’

Het bestuur vindt dat de katholieken van West-Friesland, die meer dan 52 procent van de bevolking van deze streek uitmaken, gelijke tred moeten houden met andersdenkenden. Daarom meent het bestuur ‘met volle vertrouwen een beroep te mogen doen op de bekende vrijgevigheid van haar geloofsgenoten in Hollands Noorderkwartier.’

Het pamflet eindigt met een klemmende oproep: ‘Milddadige katholieken, stelt ons in staat spoedig in vervulling te doen gaan de schone leuze van de katholieke landdag, deze zomer te Westerblokker gehouden, en door onze voorman op het gebied van onderwijs, mr. baron Van Wijnbergen, zo talentvol bepleit: ‘Voor het katholieke West-Friesland een katholieke muloschool.’