Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Aloysius MULO/ULO/MAVO (11)

Nieuwbouwplannen (ca. 1960-1970)

Bouwaanvraag

In het najaar van 1958 hebben de heren Kalb, Commandeur en Stumpel en de inspecteur Gelijns, een onderhoud op het departement van Onderwijs, Kunsten & Wetenschappen. Naar aanleiding van dit overleg schrijft secretaris Stumpel in een uitnodiging voor een bestuursvergadering op 19 november: ‘De bespreking aan het Departement heeft tot het zeer verheugende resultaat geleid, dat wij de verschillende wettelijk voorgeschreven stukken aan de betrokken instanties moeten inzenden en kunnen vertrouwen op gunstige beslissing voor de bouw van een 12-klassige school met overblijflokaal op nader vast te stellen bouwterrein.’

In maart 1959 dient het bestuur een bouwaanvraag in bij de raad. Directeur Gemeentewerken Ruitenbeek noemt een perceel aan de Berkhouterweg als bouwlocatie. Later krijgt de school toestemming de aanvraag uit te breiden met de bouw van een gymnastiekzaal.

Schoolklas 1961-1962
Schoolklas 1961-1962 (foto Schoolbank.nl)

Vertraging

Ondanks dat het ministerie in 1962 een urgentieverklaring afgeeft, duurt het nog jaren voordat er daadwerkelijk gebouwd kan worden. De besluitvorming over de bouwlocatie verloopt moeizaam. Aan de Berkhouterweg is niet alleen nieuwbouw gepland voor de Aloysius ULO maar ook voor de Katholieke Technische School Sint-Jozef. Eigenlijk is er te weinig ruimte voor beide scholen. De Hoornse architect H.J. Hermans, die beide gebouwen ontwerpt, moet zich in bochten wringen om tot een passende oplossing te komen.

De docenten van het Aloysius hebben bezwaar tegen het ontwerp in hoogbouw. Zij vragen het bestuur eens schetsplan te laten maken in laagbouw. Dit verzoek wordt afgewezen.

In december 1964 verzucht secretaris Stumpel tijdens een vergadering met bestuur, schoolhoofd en leerkrachten dat ‘de nieuwbouw op een drama gaat lijken’. Niet alleen blijkt er steeds minder bouwgrond beschikbaar te zijn, maar ook de besluitvorming op het ministerie verloopt uitermate traag. Daar liggen nog 800 aanvragen te wachten op vergunning. Stumpel betwijfelt of de bouwvergunning binnen twee jaar op tafel ligt.

Lerarencorps 1966
Lerarencorps ca. 1967; v.l.n.r. zitten rond de tafel de heren: Corbier, Huiberts, kapelaan Van Sante, Kooijman, Beuker, Schrickx (hoofd), Simons, Smit, Sijm, Van de Berg, Van Iersel en Nootebos. (foto collectie Frans van Iersel)

Moeilijke jaren

Tegen de achtergrond van de bestuurlijke perikelen rond de nieuwbouw kent de school ook intern de nodige problemen. In 1959 boekt de school een slecht resultaat bij het eindexamen. De oorzaak daarvoor wordt onder meer gezocht in de zwakke leiding door schoolhoofd Holtkamp.

Najaar 1959 vindt crisisoverleg plaats tussen het bestuur, inspecteur Gelijns en Holtkamp over de volgens secretaris Stumpel ‘examen- en schoolsituatie, die bijna niet of onoplosbaar schijnen’. De inspecteur heeft zich terdege op de hoogte gesteld van de situatie in de school. Hij stelt vast dat er twee ‘kampen’ zijn binnen de school: de jonge en de oudere leerkrachten. Het schoolhoofd moet zich met te veel kleine zaken bezighouden en weet nauwelijks wat er in de klassen speelt. Gelijns vraagt zich verder af of de docenten in het algemeen wel genoeg gemotiveerd zijn; de lessen beginnen vaak te laat en velen hebben een bijbaan bij andere onderwijsinstellingen, die hen te veel in beslag neemt.

Schoolhoofd Holtkamp stelt hier onder meer tegenover dat er veel administratief werk gedaan moet worden, er geen fulltime conciërge is en de uitkering per leerling die de school van de gemeente ontvangt, te laag is. Daardoor ontbreekt het de school aan voldoende leermiddelen. Ook hij noemt de neventaken van de leerkrachten problematisch, omdat hierdoor een goede voorbereiding van de lessen en het correctiewerk in het gedrang komen. Tenslotte stelt hij dat het zeer moeilijk is om nieuwe leerkrachten aan te stellen.