De tuin van het Burgerweeshuis aan de Achterstraat, in 1727 getekend door Cornelis Pronk.
Enkele weesmeisjes zijn aan het touwtjespringen, terwijl anderen de was te bleken leggen
(WFM).
Er ontstond toen ook een behoefte aan verpleeginrichtingen op levensbeschouwelijke grondslag. Dokter
K.F.L. Kaiser kocht een villa aan de Draafsingel en richtte die in als ziekenhuis met een vrijzinnig
protestantse signatuur. Aanvankelijk was het een zuiver particuliere onderneming, maar toen uitbreiding
noodzakelijk was, werd het ziekenhuis ondergebracht in een ‘Vereniging tot ziekenverpleging voor
Hoorn en omstreken’, beter bekend als ‘De Villa’.
Een collectebus waarmee geld werd ingezameld voor het onderhoud van de wezen
(WFM).
Onder katholieken bestond ook belangstelling voor een eigen ziekenhuis. Sinds 1867 waren de Zusters
van Liefde gevestigd in een pand aan de Ramen, waar zij een klein aantal patiënten verpleegden.
De katholieken begonnen een intensieve campagne voor een groter ziekenhuis. Roomse notabelen gingen
daarbij zelfs zo ver, dat zij in rijtuigen van katholieke stalhouders heel West-Friesland afstroopten
om gelden bijeen te brengen. Met het geld dat de actie opbracht, werd de villa van J.C. van de Blocquery
aan de Koepoortsweg gekocht. Daarin werd een ziekenhuis gevestigd, dat de oude naam van St. Jansgasthuis
kreeg.
In de eerste helft van onze eeuw werden de drie Hoornse ziekenhuizen voortdurend verbouwd en uitgebreid.
Wat onveranderd bleef, was de onderlinge naijver. Daarin kwam pas verandering met de bouw van een
Algemeen Streekziekenhuis, waarin in 1967 de Villa en het Streekziekenhuis werden samengebracht. In
1971 verhuisde het St. Jan naar een nieuw gebouw aan de Maelsonstraat en in 1985 werden alle Hoornse
ziekenhuizen onder gemeenschappelijk beheer gebracht in het Westfries Gasthuis.
Portret van Isack Pietersz Kistemaker, die van inwoner van het Burgerweeshuis
tot weldoener werd. Zijn naam duidt waarschijnlijk op het vak dat hij er leerde. Uit dankbaarheid
liet hij na zijn dood rond 1670 aan het weeshuis 7000 gulden na, een vermogen voor die tijd
(WFM).
Hoorn heeft maar één hofje in de ware zin van het woord, het Klaes Stapels of Vrouwenhofje
aan het Munnikenveld. Samen met twee andere inwoners van Hoorn stichtte Klaes Stapel dit hofje in 1682.
Zij kochten daarvoor twee panden aan het Munnikenveld, met de aangrenzende opstallen. De twee panden
met hun identieke trapgevels bleven staan, de rest werd gesloopt. Op het vrijgekomen terrein werden
woninkjes gebouwd, waar oude vrouwen gratis mochten wonen. In 1979 werden de hofjeswoningen gerenoveerd.
Nu worden ze aan bejaarden verhuurd.
Talloze bejaarden hebben in het Sint Pietershof gewoond. Toch is deze instelling niet gebouwd voor de
huisvesting van bejaarden. De geschiedenis van het St. Pietershof gaat terug tot het in 1457 gebouwde
klooster dat vanaf 1462 onder de naam Sint Pietersdal in gebruik was bij de orde van de Kruisbroeders.
Na de Hervorming, toen de monniken uit de stad werden verdreven en hun bezittingen verbeurd werden
verklaard, werd het kloostergebouw bestemd voor de huisvesting van oude mannen.
Een herinneringsglas, afkomstig uit de regentenkamer van het Burgerweeshuis
(WFM).
In de loop van de eeuwen is het St. Pietershof voortdurend verbouwd en uitgebreid om plaats te kunnen
bieden aan een grote verscheidenheid aan bewoners. Bij een ingrijpende verbouwing in 1617 werd in het
complex een dol- en tuchthuis opgenomen, waar meer dan twee eeuwen lang krankzinnigen en tuchthuisboeven
werden ondergebracht. Toen in 1639 het Oude Vrouwenhuis in de Wisselstraat werd gesloten, verhuisden
de bewoonsters naar het St. Pietershof.