Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Uit het leven van een zestigjarige (6/9)

Succesvolle actie
Maar gelukkig, zo ver komt 't niet, negentig nieuwe leden geven zich op en het bestuur kan weer aan de bak. Totdat in 1934 opnieuw melding gemaakt wordt van grote geldzorgen. Het notulenboek laat ons in 't ongewisse over 't reilen en zeilen, maar 't kasboek vermeldt dat men er zelfs toe over ging om de contributie aan de leden terug te betalen omdat men er niet in slaagde om een redelijk programma op te zetten. In 1936, wordt één concert gegeven en wel door het Moskowskykwartet, totaal honorarium ... zestig gulden (zegge: ƒ 60,-) aan stedelijke belasting moest ƒ 26,67 worden afgedragen en aan advertenties resp. ƒ 3,58 ('t z.g. Buttertje, naar de uitgever Butter) ƒ 4,50 (onze courant) ƒ 3,- (Hoornsche Hop) en ƒ 4,42 ('t Houdijkertje, naar de uitgever Houdijk).
In 1939 trad het Hollands Instrumentaal kwintet op. Het vervoer in Hoorn van de bij dit concert gebruikte harp kostte toen ƒ 0,85.
Het kasboek vermeldt in 1941 nog uitgaven t.b.v. een concert, maar dan wordt 't pas oktober 1945 eer er weer een uitvoering wordt gegeven en wel door het Amsterdams Strijkkwartet à raison van ƒ  350,-. Ter vergelijking: een uitvoering van het ensemble dat thans nog deze naam draagt kost ruim ƒ 1100,-.
In 1947 is het echter weer donderen. In de ledenvergadering van 5 augustus kondigt de penningmeester aan dat de financiële middelen nu toch wel echt uitgeput zijn en dat er zelfs geen geld is om de verlenging van de rechtspersoonlijkheid te betalen.

Kerkmeyer treedt af
De ledenvergadering meent dat het bestuur nieuwe wegen moet inslaan en als men die niet zag dat men dan moest aftreden. Kerkmeyer en zijn mede-bestuursleden trekken hun consequenties uit deze ondubbelzinnige uitspraak en het bestuur treedt en bloc af.
Op 19 augustus komen de leden opnieuw bijeen om een bestuur te kiezen. Bij de discussies komt duidelijk naar voren dat men niet wil tornen aan de kwaliteit van de concerten maar desnoods nog wel aan de kwantiteit. Op voorstel van P. M. Veenstra wordt een commissie benoemd die de mogelijkheden tot voortbestaan van 'Johan M.' moet overwegen.
Kerkmeyer stelt zich niet meer beschikbaar, zodat tenslotte mevr. v. Raay en de heren Pette, Doorn, Wassenaar, Hassing en v. Rooyen het werk zullen doen.
Op 25 september adviseert de commissie tot voortbestaan van de vereniging: het bestuur wordt gevormd door de commissie met uitzondering van dhr. Wassenaar.
'The grand old man' en de vroegere secretaris Bossert worden met algemene instemming tot ere-leden benoemd.
Door al deze verwikkelingen was de aanvraag tot verlenging van de rechtspersoonlijkheid precies twee dagen te laat bij het ministerie van Justitie binnengekomen, zodat hier ƒ 50,- extra onkosten uit voortvloeiden.
Gelukkig kon dit later nog rechtgetrokken worden en zelfs de ƒ 50,werd gerestitueerd.

Het tijdperk der subsidies
Ondertussen is er na de oorlog toch een wat andere mentaliteit ontstaan ten aanzien van de rol die de overheid zou dienen te vervullen op het vlak van activiteiten van culturele verenigingen. Uit woord een daad blijkt dat b.v. het stadsbestuur van Hoorn de doelstellingen van een vereniging als 'Johan Messchaert' ondersteunt. Maar niet alleen het stadsbestuur ziet het belang van een goed muziekleven in, ook de stichting 'De Vrije Hoornse Courant' (voortgekomen uit het in de oorlog illegaal verschijnende blad van die naam) geeft meermalen blijk de concertvereniging goed gezind te zijn.
In 1949 wordt van de gemeente Hoorn ƒ 500,- subsidie ontvangen en van 'De Vrije Hoornse Courant' ƒ 200,-. In 1966 doen ook enkele particuliere bedrijven mee, terwijl het Kerkenarmenfonds zich in bepaalde jaren garant stelt voor tekorten tot een zekere hoogte. Ook het aantal leden dat het werk van de vereniging mogelijk maakt ontwikkelt zich gunstig; 450 personen in 1957. Dat roept herinneringen op aan de grote dagen van weleer.
Maar och arme, in 1968 is 't weer mis met vader Abraham; het vijftigjarig bestaan moet met een tekort van ƒ 1500,- tegemoet worden gezien. Schreef de secretaris Hassing al in 1949 "dat het bestuur 't hele seizoen buikpijn had over de volgende avonden" nu schrijft zijn opvolger Odijk dat: "de somber gestemde penningmeester het waagt te betwijfelen of we bij het gereedkomen van de nieuwe schouwburg nog wel in leven zullen zijn." Het getuigt echter van een opmerkelijke visie bij het bestuur als men besluit om het tekort weg te werken middels ... meerdere uitgaven. Men wenste, en dat is in het gehele bestaan van de vereniging zo opvallend, onder geen beding tot kwaliteitsvermindering van de concerten over te gaan. Omdat men bovendien meende dat 'grote namen' meestal publiekstrekkers zijn, werden voor het komende seizoen behalve de pianist Sas Bunge ook het Guarneri-Trio van Herman Krebbers, de violiste Vera Beths en de pianist Bela Siki geëngageerd!
Huiselijk gezegd: zoiets getuigt toch wel van lef hebben.
Met een tot ƒ 2000,- verhoogd subsidie van de gemeente wordt dit artistiek hoogtepunt gehaald en tegelijk het financiële dieptepunt overwonnen.
Ondertussen hebben zich in het verenigingsleven van Hoorn enige veranderingen voltrokken. De totstandkoming van de nieuwe Parkschouwburg leidde tot oprichting van de stichting 'het Park'. Met het bestuur van deze stichting wordt overeengekomen dat 'J. M.' de programmering en de organisatie van de concerten zal blijven verzorgen, maar dat de baten en lasten van één en ander door het Park zullen worden gedragen. Ook wordt overeengekomen dat van men zal proberen om de concerten op andere tijden te geven, n.l. op zondagmorgen.