Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Uit het leven van een zestigjarige (4/9)

Nieuwe zaal, nieuwe critiek
In 1969 werd de nieuwe Parkschouwburg in gebruik genomen. Hoewel de criticus L. Vermaas eerst schreef dat de acoustiek van de grote zaal tijdens een concert van het Nederlands Kamerorkest met als viool-solist Thomas Magyar, voldeed aan de eisen die men aan een concertruimte mag stellen, kwamen er al gauw andere geluiden.
Zo schreef de clavecymbelspeler Gustav Leonhardt in 1972 dat de zaal totaal ongeschikt was doordat "elke zeggingskracht in de hoogte gesmoord wordt".
Maar ook andere artisten critiseerden de acoustiek.
Eigenlijk is dit niet zo verwonderlijk want de zaal is uitgevoerd met materialen die het gesproken woord goed tot zijn recht doen komen en dan kan pas middels electronische hulpmiddelen of losse klankkoepels en - borden een muziekuitvoering goed tot gelding komen.
Tijdens de bouw is daarop door de geluids-adviseur ir. Tak reeds gewezen, maar het beschikbare budget liet het aanbrengen van deze extra voorzieningen niet meer toe.
Mede door het teruglopen van de publieke belangstelling is men er toe overgegaan de concerten in de hal van de schouwburg te geven. Ook daar is de acoustiek niet ideaal, maar het grandioze uitzicht dat men heeft op IJsselmeer voegt een heel bijzondere gewaarwording toe aan het muzikale plezier.

Johan Messchaert, getekend door Jan Veth
Johan Messchaert, getekend door Jan Veth

Op voorstel van Kerkmeyer wordt op 5 februari 1920 besloten om aan de in Hoorn op 22 Augustus 1857 geboren concertzanger Johan Messchaert te vragen of de vereniging zijn naam mag dragen. Messchaert's duidelijk aanwezige ijdelheid was door deze vraag aangenaam gestreeld en hij gaf gaarne zijn toestemming.
Er zijn nogal wat gegevens over de zanger zelf in het archief van de concertvereniging te vinden, zij het dat die in een ander verband, op grondige wijze verwerkt zijn in de inventarisatie die mej. Canneman maakte van de nalatenschap van J. M.
Toch is het interessant om te lezen welke grote rol deze Hoornse jongen, die aanvankelijk tuinder moest worden, in het Europese concertleven heeft vervuld. Vooral na zijn overlijden in 1922 en bij het onthullen van een monument te zijner nagedachtenis in 1930 stonden de kranten bol van de lovende verhalen.
Ook de ijdelheid van de zanger bleef niet onvermeld. Zo kwam hij eens na jaren weer terug in zijn geboortestad en hij vroeg aan een voorbijganger: "Zeg goede vriend, kunt U mij ook zeggen waar het geboortehuis van de grote Johan Messchaert staat." Het antwoord was nogal ontnuchterend: "Nou Johan, doe jij nou maar gewoon, dan doe je al gek genoeg!"

Het door Jozef Cantré gebeeldhouwde monument voor Messchaert
Het door Jozef Cantré gebeeldhouwde
monument voor Messchaert

Met enige verbazing heb ik toch gekeken naar de uitgebreide plechtigheid die bij de onthulling van het monument plaats vond.
Eerst was er een welkomstwoord van mr. Bisschop de voorzitter van Messchaertcomité, toen een uitvoering van de feestmuziek van Mendelssohn door vier muziekverenigingen onder leiding van Richard Heuckeroth, vervolgens een gedenkrede door Herman Rutters. Na de onthulling door jhr. mr. dr. F. A. van Beresteyn en zang van een kinderkoor van meester Sasburg volgde de aanvaarding van het monument door de burgemeester van Hoorn. Kerkmeyer legde een krans en hield een rede en prof. Martienssen gewaagde in haar toespraak van de invloed die de zanger in Duitsland had. De heer Bruyn dankte namens de familie en toen lieten de vier muziekkorpsen zich weer horen. En dat allemaal in het plantsoen voor het station.
Maar nog was de plechtigheid niet ten einde. In kleine kring werd het geheel nog eens dunnetjes overgedaan en 's avonds werd de dag besloten met een concert in de grote Kerk door Aaltje Noordewier-Reddingius en Anthon van der Horst.
Dat was me het dagje wel!